e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
dabben darmen schoonmaken:   dabǝ (Bilzen), door water het lopen met schoeisel aan:   dabbe (Roermond), dabben (Blerick), een kuil graven:   daba (Kinrooi), dabbe (Hoeselt, ... ), dabbe (mit de hând) (Oirlo), dabben (Born, ... ), dabbu (Brunssum), dabbë (Hoeselt), dabbə (Doenrade, ... ), dabbən (Urmond), dabe (Loksbergen), dabə (Meeuwen), dappe (Geleen, ... ), dappen (Achel, ... ), dàbbe (As), dàbbə (Kapel-in-t-Zand), dàbə (Loksbergen), dábbə (Epen, ... ), #NAME?  dabbe (Geleen), (hond, konijn)  dabbe (Sevenum), (met de handen = dabbe)  een hond dabt (Wellen), (met handen of voor kleinere dieren)  dabbe (Herten (bij Roermond)), in aarde, het knikkerspel  dabbe (Zolder), met de hand (en)  dabbë (Tongeren), Met de handen.  dabbe (Bilzen), hakken, wieden met de hak:   da.bǝ (Overpelt), dabǝ (Gruitrode, ... ), krabben:   dabbe (Asenray/Maalbroek, ... ), dabben (Kwaadmechelen, ... ), dabben op zene kop (Hasselt), dabǝ (Nuth), dabə (Bocholt, ... ), dabən (Hamont, ... ), dappe (Kerkrade, ... ), en zən hōͅr dabə (Neerpelt), oppe kop dabbe (Nunhem), zich dabbe (Heel, ... ), zich in t haor dabbe (Klimmen), zich op de kop dabbe (Oirsbeek), zich op de kop dappe (Urmond), ziene kop dabbe (Maastricht), #NAME?  dabbə (Maastricht), dâbbe (Wellen), [Paragraaf: leven/gezondheid/ziekte/vermoeidheid].  dabben (Boorsem), [Paragraaf: regelmatige werkwoorden].  dabbe (Boorsem), Alleen nog in de uitdrukking "hè dapt zich woa ter geine jeuk heet".  dabben (Geistingen), B.v. dab tich neet zoeë op-pe kop.  dabbe (Herten (bij Roermond)), B.v. hij dabt er zich weer op.  dabbe (Berg-aan-de-Maas), B.v. op zenne kop / en zen hoor dabbe.  dabə (Hasselt), Met de handen.  dabbe (Boeket/Heisterstraat), krassen:   dábbə (Nieuwenhagen), met de benen zwaaien en bewegen tijdens het werpen:   dabǝ (Gingelom), met de voorpoten harkend over de grond krabben:   dabǝ (America, ... ), dabǝn (Urmond), met grote stappen lopen:   dabbe (Boeket/Heisterstraat), met kleine stapjes lopen: i.e. lopen van kleine personen en kinderen (scharrelen). Vgl. doe klèjnen debber dòòste bees.  dabbe (Panningen), plassen (met water):   (h)intšə dabə (Hasselt), rooien met de hand, dabben:   dabǝ(n) (Aalst, ... ), dubǝ (Helden), døpǝ (Meers), dø̜bǝ (Helden), scharrelen:   dabn (Diepenbeek), dabǝ (Aldeneik, ... ), dabǝn (Beringen, ... ), dapǝ (Kwaadmechelen), dāǝbǝ (Hasselt), schrammen:   dàbbe (As), trappelende bewegingen maken:   dabǝ (Afferden, ... ), dabǝn (Achel, ... ), vlug lopen:   dabə (Neeroeteren), dabən (Houthalen), voorrooien:   dabǝ (Diepenbeek, ... ), waden:   doer het water ant dappe (Rimburg), woelen: Graven, woelen, b.v. ènne gro.nd ~.  dabben (Hasselt), wroeten:   dabbe (Blerick, ... ), dabben (Eksel, ... ), dabbë (Tongeren), dābbə (Maastricht), scheppen in de grond  dabbe ? (Genk), zonder voor spitten:   dabǝ (Sittard), zwoegen:   dab’be (Bleijerheide, ... ) I-1, I-12, I-5, I-9, II-1, III-1-2, III-1-4, III-4-4