e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
snijplank beschuitsnijplank:   plaŋk (Blerick), bijl waarmee men het vlees in kleine stukjes hakt:   snē̜plaŋk (Sint-Truiden), schalmplank:   šnīplaŋk (Roggel), snijplank:   sniplaŋk (Maasbree), snęjplaŋk (Milsbeek), šniplaŋk (Heerlerheide), taai-taaiplank:   niplaŋk (Beek) II-1, II-10
snijpunt bek van de schaar:   snē̜i̯pønt (Lommel), porringpunt:   snęjpønt (Meijel) I-1, II-9
snijrad schijfkouter:   snīrāt (Grathem) I-1
snijrel schijfkouter:   snei̯rɛl (Boshoven, ... ) I-1
snijreube snijbiet: (mv)  snii̯rø̄bǝ (Blerick) I-5
snijrogge groenvoer:   snei̯rǫx (Horst, ... ), snijrogge (Eckelrade), snā̯rǫx (Sevenum), snēi̯rǫx (Leunen, ... ), šnīrø̜q (Rothem) I-4
snijsalade sla, algemeen:   sjnie’sjlaat (Bleijerheide, ... ) I-7
snijschalm ploegschaar:   snīša.lǝm (Dilsen) I-1
snijscheer handschaar:   snęjšēr (Diepenbeek), schaar:   sni-jšięr (Meeuwen), snęjsxiǝr (Hopmaal), šni-jšeǝr (Geleen), šnišēr (Voerendaal), šnišīǝr (Tegelen), wissenmes:   snijšīǝr (Meijel  [(nu)]  ) II-11, II-12, II-7
snijschijf schijfkouter:   snei̯sxīf (Aijen, ... ), snēi̯sxīf (Arcen), šnii̯šīf (Gulpen), šnīšīf (Panningen, ... ), slijpschijf:   snājšājf (Bilzen) I-1, II-11