e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
spillebeen zelfgemaakte tol: [sic]  spillebein (Kessenich) III-3-2
spillebenen benen (spotnamen):   speləbin (Hasselt), spillebein (Heugem, ... ), Dun.  spillebein (Leveroy), i.e. dunne benen.  sjpillebèè (Hoensbroek), rechte, vormeloze benen:   spillebein (Thorn), spillebɛɛin (Tongeren) III-1-1
spillegrits snorrepijp: Verg. rits, ritsel: rad.  schpillegrits (Valkenburg) III-3-2
spillen bakkershout:   spelǝ (Kortessem), benen (spotnamen):   schpïlle (Schimmert), spille (Heerlerheide), brandhout:   spelə (Kortessem, ... ), hoofdbordsteunen:   spelǝ (Groot Genhout), špelǝ (Echt), kopspijlen:   spelǝn (Hasselt), lege maiskolf:   špelǝ (Buchten, ... ), spijlen aan de achterwand van de veenkruiwagen:   spelǝ (Griendtsveen, ... ), staven:   spelǝ (Berbroek, ... ), spillen (Kuringen, ... ), takkenbos, bussel hout:   speͅlə}* (Diepenbeek) I-4, I-7, II-1, II-12, II-3, II-4, II-6, III-1-1, III-2-1
spilletje nok van de kleine spil:   spilǝkǝ (Kaulille) II-3
spilletjes getralied schutsel?:   de spielkes (Sevenum) III-3-2
spilleworm hazelworm:   spillewörm (Tessenderlo) III-4-2
spilmuis spitsmuis:   spilmoes (Ospel) III-4-2
spilpot taatspot van de kleine spil:   spelpǫt (Beringe, ... ), taatspot van het staakijzer:   špelpǫt (Sittard) II-3
spilpotje taatspot van de kleine spil:   spelpø̜tjǝ (Neeritter, ... ) II-3