e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
splitting graven graven van de splitting:   spleteŋ grāvǝ (Griendtsveen, ... ), splitting graven (Ospel) II-4
splittingsturf splittingsturf:   spleteŋstø̜rǝf (Griendtsveen, ... ) II-4
sploten sporten: (enkelv)  splūo.t (Waltwilder) I-13
splutten gieten, hard regenen: het wetter splut out de buis  splut (Diepenbeek) III-4-4
spoed haast:   sjpoo:d (Roermond), spoit (Beringen) III-1-4
spoed hebben haast hebben:   spoed həbbə (Wellen) III-1-4
spoeden haast hebben:   sjpo’je (Tegelen), sjpówwə (Heerlen), spoeië (Genk), spoje (Maastricht), spooien (Born), spujje (Hasselt), spùje (Beverlo), spud oech: schiet op  spujje (Hasselt), met grote stappen lopen:   spoͅijən (Hamont, ... ), zwoegen:   spooje (Noorbeek, ... ) III-1-2, III-1-4
spoekel haagappel: gegeven: joop; Koenen: vrucht vd haagdoorn of de meidoorn; rozebottel  spukəl (Niel-bij-St.-Truiden) III-4-3
spoel afwas:   də spø&#x0304l (Born), də špø&#x0304l (Guttecoven), dər špø&#x0304.l (Eys), dər špø&#x0304l (Bocholtz, ... ), dər špø͂ͅl (Eys), schpeul (Geleen, ... ), sjpeul (Eygelshoven, ... ), sjpui:l (Sittard), sjpuil (Sittard, ... ), speul (Amstenrade, ... ), spø&#x0304l (Echt/Gebroek, ... ), špeul (Oirsbeek), špø&#x0304.l (Putbroek), špø&#x0304l (Bleijerheide, ... ), Ich mót de sjpuil noch doon: ik moet nog afwassen  sjpuil (Sittard), afwaswater:   speul (Meerssen), arm:   špōl (Susteren), garenklosje, garenpijpje:   spōl (As), gootsteen:   spyl (Gennep, ... ), klos:   spōl (Noorbeek), špōl (Hoensbroek, ... ), spinnewiel:   spoel (Afferden, ... ), spol (Eisden), spoǝl (Leunen), spul (Eisden, ... ), spyl (Tongeren), spāl (Echt), spōjl (Bree, ... ), spōl (Aldeneik, ... ), spōlj (Neeroeteren, ... ), spōǝl (Rotem), spūl (Meerlo, ... ), spǫwl (Lummen), spǭl (Laak, ... ), špawl (Einighausen), špoǝl (Panningen), špōl (Asenray / Maalbroek, ... ), špǫwl (Bingelrade, ... ), špǭwl (Schinnen), spinrokken:   spōl (Ophoven), špōl (Posterholt), spoel:   de spoel (Tongeren), spoel (Houthalen), vleugel:   spul (Tessenderlo), weefkamer:   spōjl (Neerharen), weefspoel:   spūǝl (Stramproy) II-7, III-2-1, III-3-2
spoel voor de inslag te spoelen pijpenspoel:   spūǝl vø̜r dǝn enslax tǝ spūǝlǝ (Stramproy) II-7