e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vlot leggen aan de leg zijn:   vlot lęqǝ (Blerick) I-12
vlot lopen driftig lopen:   flot (Nieuwenhagen), vlug lopen:   flot joa (Bocholtz), flot loope (Kelmis), flot lope (Schaesberg), flot loupe (Thorn), flòt (Baarlo), vlot (Bocholtz, ... ), vlot gaon (Schimmert), vlot laope (Blerick), vlot laupe (Nuth/Aalbeek), vlot loope (Rimburg, ... ), vlot lope (Schaesberg), vlot loupe (Sittard) III-1-2
vlot muilen druk praten:   vlot moele (Eys), welbespraakt zijn:   vlot moele (Eys) III-3-1
vlot op de tenen getrapt lichtgeraakt, kregel:   vlot op de téne getrapt (Wijlre) III-1-4
vlot op en neer lopen druk heen en weer lopen:   flot op en neer laupe (Holtum) III-1-2
vlot spreken welbespraakt zijn:   vlot sjprĕke (Schimmert), vlot spraêke (Hoensbroek) III-3-1
vlot vallen schielijk vallen:   flot (Geleen, ... ), flot valle (Venlo), floͅ.t valə (Ingber), vlot (Eys, ... ) III-1-2
vlot van begrip slim:   flot va begrip (Klimmen), flot van begrip (Herten (bij Roermond), ... ), flot và begrip (Gulpen), flŏtt va bəgrĭpp (Nieuwenhagen), flót va begrip (Epen), vlot vaan bəgrip (Maastricht), vlot vaan bəgrip zien (Maastricht), vlot van begrip (Schimmert) III-1-4
vlot van de tong zijn welbespraakt zijn:   vlot van de tong (Geleen) III-3-1
vlot van verstaan slim:   flot van versjtaon (Herten (bij Roermond)) III-1-4