e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vuilmest compost:   vø̜lmęst (Meldert) I-1
vuilnak smeerpoes: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a. Opm. vuilspreker = smêrlap, voelik, nötterd.  voelnak (Stevensweert) III-1-4
vuilnek luilak: Iemand die"te vuil is om te werken  vōēlnàk (Meeswijk) III-1-4
vuilnis broekland, moeras:   vuulnis (Meerssen), Opm. v.d. invuller: soms wordt het ook zo genoemd.  vuulnis (Valkenburg), Opm. v.d. invuller: zo wordt het ook genoemd.  vuulnis (Merkelbeek), compost:   vūlnes (Maasniel), huisvuil:   voelnis (Echt/Gebroek, ... ), vōēlnis (Schimmert), vuilnis (Gennep, ... ), vulnis (Meijel), vūlnes (Lanklaar), kind (troetelnaam):   vwiləs (Venlo), laaggelegen weidegrond:   vylnes (Ulestraten), laagte in een akker:   vylnes (Ulestraten), lage, natte plekken in moeras:   vulnes (Schimmert), moeras:   vulnes (Heerlerheide, ... ), vylnes (Meerssen, ... ), vȳlnes (Klimmen), vø̄ǝlnes (Eijsden), nageboorte van de koe:   vøles (Meijel), nageboorte van het paard:   vø̄lǝs (Meijel), veenachtig, moerassig, laaggelegen land:   vuilnis (Rothem), vulnes (Heerlerheide, ... ), vylnes (Klimmen) I-1, I-11, I-8, I-9, II-4, III-2-1, III-2-2, III-4-4
vuilnisbelt stortplaats:   voelnisbelt (Velden), vuilnisbelt (Meijel, ... ) III-3-1
vuilnisberg stortplaats:   vŭŭllisbèèrg (Gennep) III-3-1
vuilnisbloem witte waterlelie: Fuul6s is t moerassig water waarop de bloem drijft.  fuuləs(ə)bloom (Putbroek) III-4-3
vuilnisemmer vuilnisbak:   vuilnesummer (Roermond) III-2-1
vuilnishoop composthoop:   vūlneshōp (Hoensbroek), vūlneshǫu̯p (Maasniel), vūlǝshǫu̯p (Einighausen), stortplaats:   vŭulnishoeëp (Venray), Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  vülnishoeëp (Meerlo) I-1, III-3-1
vuiloor luierik:   voeloer (Schaesberg), luilak:   voeloar (Welten), voeloar, des doew bes (Epen), voeloer (Mheer), voeloer doa ste bis (Brunssum), voeloer woos te bis (Oirsbeek), voeloer, deste bis (Heerlen), voeloir (Valkenburg), voeloir dêste bis (Heek), voeloir, das te bĕs (Puth), voeloir, das-te bis (Klimmen), voeloir, dês te bis (Munstergeleen), voeloor (Nuth/Aalbeek), voeloàr doa⁄ste bis (Valkenburg), voelōar, doas te bis (Schinveld), voéloer (Gronsveld), vōēloar, dè doe bis (Rimburg), vōēloer woe ste bis (Eys), cf, Schuermans  voeloir (Valkenburg), ook materiaal znd 30, 42 (luiaard Cf. Schuermans p. 837s.v. "vuiloor"= luiaard  voeloor (Sint-Martens-Voeren), ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  vaulluel (Beverst) III-1-4