e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
waterkever schaatsenrijder:   waterkever (Vijlen), watertor:   water-kaever (Maasbracht), waterkaever (Swalmen), waterkaêver (Echt/Gebroek), waterkeever (Kinrooi), waterkeiver (Boekend), waterkever (Weert), wāterkaever (Ell) III-4-2
waterkieken waterhoen:   waterkieken (Linkhout, ... ) III-4-1
waterklaver waterdrieblad: (Menyanthes trifoliata): z. L.J. p. 103  wao.ëterklao.ver (Zonhoven) III-4-3
waterknie legger:   wǭtǝrkni (Haelen, ... ), mouw:   wǭtǝrkni (Tessenderlo) I-9
waterkoek jan in de zak: Syst. Frings  watərkuk (Melveren) III-2-3
waterkoekje koekje: Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  waterkeukskes (Berg-aan-de-Maas) III-2-3
waterkoet poel, plas:   watərkot (Beringen), vijver:   wāterkŏĕwt (Gruitrode), (kleiner).  (wāter)koewt (As) III-4-4
waterkol gele plomp: ook voor de gele  waterkol (Neeritter), witte waterlelie: -  waterkol (Weert), Gele kelken worden gegeten.  waterkollen (Stramproy), ook voor de gele  waterkol (Neeritter) III-4-3
waterkolk witte waterlelie: -  waterkolken (Ospel) III-4-3
waterkom perskom:   wasǝrkomp (Bleijerheide), wātǝrkom (As), wātǝrkomp (Doenrade, ... ), wātǝrkōmp (Montzen, ... ), wętǝrkǫmp (Diepenbeek), wǫtǝrkump (Bilzen), wɛtǝrkǫm (Schulen), vijver, molenvijver:   wātǝrko.mp (Ittervoort) II-3, II-7