e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
witsenwapen wissenmes:   wetsǝwǭpǝ (Obbicht) II-12
witsje dun sneetje brood:   wietschke (Mechelen), garde:   wietske (Horst), witske (Neer), mik:   witskə (Nieuwenhagen), stok of twijg om een kind te straffen:   wietske (Kesseleik), witchke (Itteren), witske (Maasniel, ... ), znd 23, 60c;  witschke (Sittard), zweep:   witsje (Reuver) I-10, III-2-2, III-2-3, III-3-2
witslatten vlechtlatten:   wetslatǝ (Nunhem, ... ), wetšlatǝ (Geulle) II-9
witsnuit sneb:   wetsnǭt (Borgloon) I-11
witstaart <naam>: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  de witstart (Wanssum, ... ), andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed: (met enkel witte pluimen in de staart).  witstaart (Tongeren) III-3-2
witstaartblauwborstje blauwborstje: Str. geeft "witgesternde blauwborst  witsjtèrblauwbòrsje (Tegelen) III-4-1
witstaartje tapuit:   witstèrtje (Meijel) III-4-1
witstoker de oven op temperatuur brengen:   wetstōkǝ (Stokrooie), wetstūkǝ (Gronsveld), wetštōkǝ (Rothem), wit stūkǝ (Oost-Maarland), witstoken (Heugem) II-1
witstrank zwartbonte koe met scherp gescheiden witte en zwarte banen:   wetstraŋk (Borgloon) I-11
witstreep duif met één of meer witte pennen: Heer had n - en n brikkeroej, boemèt heer altied prijze kreeg.  witstriep (Maastricht), duif, overige soorten: duivesoort  witstriep (Maastricht), koe met witte vlek of streep op het voorhoofd:   wetstrē̜p (Opglabbeek) I-11, III-3-2, III-4-1