e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloeien bloeien: blujje (Altweert) bloeien III-4-3
bloem (alg.) bloem: bloom (Altweert) bloem III-4-3
bloemkool bloemkool: bloomkoeël (Altweert) bloemkool I-7
bodemmes bodemmes: būǝmmęs (Altweert), zoolmes: zūǝlmęs (Altweert) Licht gebogen, aan beide zijden snijdend mes met lange steel, dat met name wordt gebruikt om de ruw bewerkte bodem van de geheulde klomp bij te snijden en glad af te werken. Zie ook afb. 244. [N 97, 22; N 97, 25; A 29a, 8a-b; A 29a, 11a-b; Bakeman 9; monogr.] II-12
boeket bloemenstruis: bloômestroês (Altweert), struis: stroês (Altweert) ruiker III-4-3
boekweitdoppen klijen: klejǝ (Altweert) Zemelen van boekweit. [JG 1b; N Q, 15; monogr.] II-3
boerenkool boerenmoes: booremoos (Altweert), krulmoes: krôlmoos (Altweert), slechte kool: slechte kuuël (Altweert) boerenkool I-7
boerenwormkruid wormzaad: geneeskrachtig  wôrremzaot (Altweert) wormkruid III-4-3
boerenzwaluw, zwaluw zwalf: zwallef (Altweert) boerenzwaluw III-4-1
bokking bokkem: Verklw. bökkemske  bökkem (Altweert) bokking III-2-3