e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoon zoon: zoeën (Altweert) zoon III-2-2
zuigen zuiken: Sókkerpaek zoêke  zoêke (Altweert) zuigen III-2-3
zure haring ingelegde haring: ingelagdje hieëring (Altweert) ingemaakte haring III-2-3
zuring (alg.) surelle (fr.): serel’ (Altweert), zuurloof: zoorlouf (Altweert) zuring III-4-3
zuster zuster: zöster (Altweert) zus III-2-2
zuur grel: Te vreug geplökdje ougstappel smaake grel: te vroeg geplukte oogstappels smaken zuur  grel (Altweert) zuur III-2-3
zuurdesem desem: deîsem (Altweert), hevel: heevel (Altweert), D¯n hieëvel in ¯t broët neet vergaete  hieëvel (Altweert), zuurdesem: zoordeîsem (Altweert) desem || zuur desem || zuurdesem III-2-3
zuurkool zuurmoes: Met "moosschaave"fijngesneden witte kool die in speciale tonnen met zout wordt bestrooid en door gisting verzuurt, waardoor de speciale smaak ontstaat  zoôrmoos (Altweert) zuurkool III-2-3
zwager zwager: zwaoger (Altweert) zwager III-2-2
zwarte bladluis melie: mv.; zit in vlierbes, dahlias en tuinbonen  meeli-jje (Altweert) bladluis, zwarte III-4-2