e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wecken wecken: Ich hep tieën glaaze körse gewéktj  wékke (Altweert) wecken, inmaken van levensmiddelen III-2-3
weduwe wedevrouw: wieëdevrouw (Altweert), wedvrouw: Nederweert  wetvrow (Altweert) weduwe III-2-2
weduwnaar wedeman: weedemân (Altweert) weduwman III-2-2
weefspoel schietspoel: sxētspōl (Altweert) Pijpje met inslaggaren. De weefspoel is een houten schuitje waarin op een priem de pijpjes met inslaggaren worden vastgeklemd. [N 39, 105a; monogr.] II-7
weekbak weekbak: węjk˱bak (Altweert) Betonnen bak waarin de wissen geweekt worden. In Sint-Truiden (P 176) werden de wissen in een beek gezet om te weken, of drie maal per dag met water begoten. [N 40, 18; monogr.] II-12
weerbarstig wars: waers (Altweert) obstinaat, tegen de draad in III-1-4
weerborstel borstel: bø̜rstǝl (Altweert) Harde, dikke en stijve stekelharen met een draaiing erin voor op de rug van het varken. [N 76, 13; N 28, 31] I-12
weerlichten weerlichten: waerleechte (Altweert) bliksemen, weerlichten III-4-4
welig groeiend gelp: gêlp (Altweert) welig groeiend III-4-3
wensen wensen: wînse (Altweert) wensen III-1-4