| 19475 |
walmen |
blaken:
blōͅkə (L318d Altweert)
|
walmen
III-2-1
|
| 19713 |
wasblok |
beukschraag:
bøksxrāx (L318d Altweert),
wasblok:
was˂bloͅk (L318d Altweert)
|
steun voor wastobbe || wasblok, houten steun op drie poten voor de wasketel
III-2-1
|
| 19714 |
wasbord |
schromp:
sxrōmp (L318d Altweert),
wasbred:
was˂brēt (L318d Altweert, ...
L318d Altweert)
|
wasbord
III-2-1
|
| 19658 |
wasgoed |
was:
was (L318d Altweert)
|
wasgoed
III-2-1
|
| 19669 |
wasknijper |
waspin:
waspe.n (L318d Altweert)
|
wasknijper
III-2-1
|
| 32545 |
wasmand |
lijnwaadsmand:
livǝntjsmaŋ (L318d Altweert),
wasmand:
wasmaŋ (L318d Altweert)
|
In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.]
II-12
|
| 19457 |
waterdamp, wasem |
damp:
da.mp (L318d Altweert)
|
wasem, damp
III-2-1
|
| 24273 |
waterhoen |
modderkuiken:
modderkuûk (L318d Altweert),
schuimeend:
schoêmaentj (L318d Altweert)
|
waterhoen
III-4-1
|
| 19510 |
waterketel, moor |
moor:
muər (L318d Altweert)
|
waterketel
III-2-1
|
| 24275 |
watersnip |
hemelgeit:
als ze vliegt maakt ze een geluid als een blatende geit.
hemelgeît (L318d Altweert),
pink:
ook wel: bokje
pink (L318d Altweert)
|
watersnip || watersnip, kleine
III-4-1
|