25555 |
zuurdeeg maken |
desem derindoen:
dēsǝm dren dōn (Q116p Simpelveld)
|
Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.]
II-1
|
20679 |
zuurkool |
kompes:
kompes (Q116p Simpelveld),
zuurmoes:
zoermos (Q116p Simpelveld),
zoermŏŏs (Q116p Simpelveld)
|
zuurkool [SGV (1914)]
III-2-3
|
17883 |
zwaaien |
zwaaien:
zjwaaiə (Q116p Simpelveld),
zwingen:
sjwinge (Q116p Simpelveld)
|
zwaaien [SGV (1914)] || Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
29944 |
zwaaihaak |
zwaaihaak:
zwājhǭk (Q116p Simpelveld)
|
Winkelhaak waarvan de benen beweegbaar zijn. De zwaaihaak bestaat doorgaans uit een huis en een veer die scharnierend met elkaar verbonden zijn. Met een schroef kan men de veer in de gewenste hoek vastzetten. Men onderscheidt de enkele en de dubbele zwaaihaak. De eerste is L-vormig, de tweede heeft de vorm van een T. De zwaaihaak wordt gebruikt om hoeken op te meten en af te tekenen. Zie ook het lemma "zwaaihaak" in Wld II.9, pag. 11-12 en afb. 78. [N 33, 318b; N 64, 79a]
II-11
|
21407 |
zwaard |
zwaard:
sjwêt (Q116p Simpelveld)
|
zwaard (wapen) [SGV (1914)]
III-3-1
|
18160 |
zwachtel |
zwachtel:
zjwachtəl (Q116p Simpelveld)
|
Zwachtel: lange, smalle strook dun linnen of verbandgaas bijv. voor het verbinden van een wond (windel, vees). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20355 |
zwager |
zwager:
sjwoager (Q116p Simpelveld)
|
schoonbroeder [SGV (1914)]
III-2-2
|
17972 |
zwak, ongezond |
zwak:
sjwaach (Q116p Simpelveld)
|
Zwak: niet sterk, met weinig weerstand (fijn, krank, week, zwak). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17745 |
zwak, slap |
slap:
sjlap (Q116p Simpelveld),
zwak:
sjwaach (Q116p Simpelveld)
|
Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24285 |
zwaluwstaart |
zwalberenstaart:
sjwalbərəsjtats (Q116p Simpelveld),
zwalberstaart:
sjwalbərsjtats (Q116p Simpelveld)
|
de staart van zwaluwachtige vogels [N 83 (1981)]
III-4-1
|