e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koe die pas gekalfd heeft vaars: vǫrs (Veulen) Voor een aantal varianten van vaars zou men kunnen denken aan een woord vers. Het wnt (xx-1, blz. 2125) vermeldt ''vers'' in de betekenis van "jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft" (wnt xviii, blz. 72). Het onderscheid tussen vers- en vaarsvarianten is niet altijd even duidelijk. Daarom is er gekozen voor één woordtype vaars.' [A 4, 16; L 20, 16] I-11
koe met hellend kruis hangkont: háŋkōnt (Veulen) [N 3A, 145a; monogr.] I-11
koeherder koeherd: kuwhart (Veulen) Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
koekenhort, vlaaienhort koekhortje: kūkhø̜rtjǝ (Veulen) Doorgaans van witte wissen gevlochten onderzetter, waarop vers gebakken vlaaien of pannenkoeken worden gelegd om af te koelen. [N 40, 97; N 40, 118; N 40, add.; L 1u, 100; L 1a-m; L 35, 107; monogr.] II-12
koekenpan koekenpan: Alle dinger hebbe twieë hândsvatter, behalve enne pestoeërsho‰d en \'n ko‰kepan. \'t Ieën hit \'r driej en \'t ânder már ieën  koēkepan (Veulen) koekepan III-2-1
koekje knapkoek: t Is már enne knápko‰k: het stelt niet veel voor  knápkoēk (Veulen), mopje: liedje klein kind Kóm mien möpke, spuit n möpke dan kriede n möpke: Kom mijn kind, speel een liedje dan krijg je een koekje  möpke (Veulen) knapkoek, dunne knapperige en besuikerde (aanvankelijk ruitvormig, later ronde) koek als lekkernij || koekje III-2-3
koelkast ijskast: ieskâs(t) (Veulen) ijskast III-2-1
koffie koffie: koffie (Veulen), As dén/die zó lang as stòm was, kòs dén/die uut de schow koffie dreenke: gezegde voor iemand die zeer dom is Genne zËvere koffie zien: niet geheel in orde zijn  koffie (Veulen), troost: truəst (Veulen) fig. voor koffie || koffie || uit koffie bereide drank III-2-3
koffie zetten opschudden: òpschudde (Veulen) koffie zetten III-2-3
koffiedik drats: drats (Veulen), koffiedrats: Dat hit geld gekaost, zeej de vrouw tigge de jòng, en toew goot zij m de koffiedrats ien zien tas  koffiedrats (Veulen) koffiedik III-2-3