e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L244a plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 970
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huisraad, inboedel huisraad: huusraod (Veulen, ... ), meubilair: mubbelaer (Veulen) huisraad || inventaris van het huis || meubilair III-2-1
hulp, bijstand hulp: hölp (Veulen) hulp, bijstand III-1-4
iemand luidruchtig berispen kijven: kiēve (Veulen) kijven, met hoge stem verwijten maken III-1-4
ijsnagels ijsnagelen: īsnē̜gǝl (Veulen  [(enk -nāgǝl)]  ) Hoefnagels in verschillende lengtes, voorzien van beitel- of wigvormige kop, waarmee bij gladheid het hoefijzer wordt vastgezet. Zie ook afb. 234. De ijsnagel is slechts geschikt voor kortstondig gebruik. Bij langere periodes van gladheid wordt het hoefijzer voorzien van al dan niet uitneembare kalkoenen. Zie ook de toelichting bij dat lemma. Zie voor het woordtype ɛijsnagelɛ ook Limburgs Idioticon s.v. ijsnagel: "Bijzonder slach van nagels waar men de peerden meê scherp zet in den winter. Geh. Beringen."' [N 33, 367b; N 33, 371; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; monogr.] II-11
in duigen vallen rateren: rājǝrǝ (Veulen), verrateren: vǝrrājǝrǝ (Veulen) Gezegd van een vat dat in stukken uiteenvalt als gevolg van het losraken van duigen en banden. [monogr.] II-12
ingemaakt voedsel inmaak: We hebbe enne groeëten ienmaak ien de kelder staan  ienmaak (Veulen), We zien mit dn ienmaak verreg  ienmaak (Veulen) de ingemaakte soorten groenten/fruit (sterillisatie) || de totale voorraad ingemaakte groenten/ fruit III-2-3
inmaakpot moespot: moespot (Veulen), moeston: moestòn (Veulen) pot of ketel waarin kool gekookt of bewaard wordt || vat waarin de kool ingemaakt wordt III-2-1
inmaken inleggen: augurken, eieren  ienlegge (Veulen), inmaken: ienmake (Veulen) inmaken III-2-3
inschenken inschudden: insxødə (Veulen), verschudden: verschudde (Veulen) inschenken || sterke drank schenken III-2-3
inspannen voorspannen: vørspanǝ (Veulen) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10