33163 |
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen |
kiemen:
kimǝ (L192p Bergen)
|
J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17]
I-5
|
24337 |
kikker |
kikvors:
kekfoͅrs (L192p Bergen)
|
kikvors, puit [RND]
III-4-2
|
24336 |
kikkerdril |
kikvorsenbibbel:
kekfoͅrsəmbebəl (L192p Bergen)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
24467 |
kikkerdril (2, bewerkt) |
(-)bibbel, bibber:
kekfoͅrsəmbebəl (L192p Bergen)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
26184 |
kikkers |
kikvorsen:
kikvorsen (L192p Bergen)
|
De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e]
II-3
|
24309 |
kikkervisje |
koelkop:
küülkôp (L192p Bergen)
|
kikkervisje [DC 09 (1940)]
III-4-2
|
20308 |
kind (algemene benaming) |
kind:
kiend (L192p Bergen),
voor alle kinderen samen "ônze klaene
kiend (L192p Bergen)
|
kind [DC 03 (1934)], [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18674 |
kinderkleren |
kinderkleedjes:
keinder-klêdjes (L192p Bergen)
|
kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)]
III-1-3
|
29843 |
kippen |
hennen:
hęnǝ (L192p Bergen)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|
24185 |
klapekster |
klapekster:
klapekster (L192p Bergen)
|
Hoe heet de klapekster? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|