e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bretel bretel (<fr.): bretels (Blerick), help: helpe (Blerick), lits: litse (Blerick) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
breuk breuk: breuk (Blerick) breuk [SGV (1914)] III-1-2
brevier brevier (<lat.): breveer (Blerick) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: bre.f (Blerick), breef (Blerick) brief [RND], [SGV (1914)] III-3-1
briefkaart briefkaart: breefkaart (Blerick, ... ), bréefkaart (Blerick) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
briesen briesen: brēsǝ (Blerick), snuiven: snuvǝ (Blerick) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
briket briket: briket (Blerick) (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] III-2-1
broeden, op eieren zitten broeden: brø̄i̯ǝ (Blerick) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren kloek: kluk (Blerick) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broederschap broederschap: brooderschap (Blerick) broederschap [SGV (1914)] III-3-3