33828 |
slecht van bouw |
krak:
krak (L192p Bergen)
|
De antwoorden van de correspondenten doelen vooral op een hol paard met ingevallen flanken en uitstekende heupen. Vgl. het lemma ''harmonisch van bouw'' (4.3.1). [N 8, 62k, 62l en 78a]
I-9
|
25152 |
slecht weer, hondenweer |
hondenweer:
hóóndewéér (L192p Bergen)
|
slecht weer [hondewaer] [N 07 (1961)]
III-4-4
|
22868 |
sleuteltol |
tol:
tol (L192p Bergen)
|
Hoe noemde men een dergelijk stuk speelgoed, vroeger wel in sommige streken bekend, dat met behulp van een touw en een houten sleutel in beweging werd gebracht? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
22469 |
sliepuit |
sliep, sliep:
sliep (uut), slīēp (uut) (L192p Bergen),
sliepuit, sliepuit:
sliep (uut), slīēp (uut) (L192p Bergen)
|
uitsliepen: inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 07 (1961)]
III-3-2
|
18694 |
slip-over |
korte trui:
korte tru-j (L192p Bergen)
|
slipover, truivest zonder mouwen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18270 |
slipjas |
slipjas:
slipjas (L192p Bergen)
|
jacquetjas, zwarte jas met lange achterpanden [pitteleer, pieteloer, slipjas, frak, batsesleeger, billentikker, klaovert, steekert] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18299 |
slobkous |
gamasche:
kamasse (L192p Bergen)
|
Hoe noemt men de slobkous of lappenkous, door de arbeiders hier en daar bij vuil werk op het land gedragen? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
18542 |
sluitklep |
klep:
klep (L192p Bergen)
|
klep van een broek met sluitklep aan de voorkant [bokseslaag, presenteerblad] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20491 |
slurpen |
slurpen:
slurpe (L192p Bergen)
|
je moet niet zo slurpen [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
33691 |
smalle weg, pad |
koepaadje:
kuwǝpętjǝ (L192p Bergen)
|
Een smalle weg, een pad in het algemeen. In L 40, 25 werd gevraagd naar de dialectwoorden voor ø̄een smalle weg, een padø̄ en in N M, 5 naar die voor ø̄een pad of een veeweg door een weiø̄. Omdat er in de antwoorden op beide vragen veel overlapping zat, zijn deze in √©√©n lemma ondergerbacht. Uiteraard duiden woorden als veeweg, weiweg, koegang e.a. specifiek op een weg door een wei. [N M 5; N P, 2; S 27; L 40, 25; R I, 3; A 25, 6 add.; L 19B, 6; monogr.]
I-8
|