20655 |
rode kool |
rode kappes:
rode kapussen (L192p Bergen)
|
Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)]
I-7
|
26218 |
roedegaten |
askopgaten:
askopgaten (L192p Bergen)
|
De twee gaten in de askop waarin de roeden worden bevestigd. Zie ook afb. 45. [N O, 10c; A 42A, 75]
II-3
|
26162 |
roedewiggen |
spieën/spijen:
spieën/spijen (L192p Bergen)
|
De houten wiggen waarmee de roeden vooraan of opzij in de askop worden vastgezet. [N O, 3a; A 42A, 76]
II-3
|
24235 |
roek |
roek:
roek (L192p Bergen)
|
Hoe heet de roek? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
tuut, tuut, tuut:
tyt, tyt, tyt (L192p Bergen)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
kip, kip, kip:
kip, kip, kip (L192p Bergen)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|
21362 |
roepen |
roepen:
rōēpe (L192p Bergen)
|
roepen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
20610 |
roerom |
kruitpap:
kruit is stroop; melk met stroop en meel met wat zout
Kruitpap (L192p Bergen)
|
a. Kent men in Uw dialect een woord als troet, postrou, ruierom, potjebuul, potjemeel of iets dergelijks als naam voor een gerecht, bestande uit meel, gekookt in water of melk, gegeten met stroop, vet of boter. Zo ja, hoe luidt het precies?; b. Zo niet, h [DC 32 (1960)]
III-2-3
|
32976 |
rogge |
rog(ge):
rǫx (L192p Bergen)
|
Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
20760 |
roggebrood |
roggebrood:
roggebrood (L192p Bergen)
|
roggebrood [DC 35 (1963)]
III-2-3
|