23196 |
allerzielen |
allerzielen:
aller zele (L386p Vlodrop)
|
Allerzielen. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
22335 |
alles kwijt |
koeks:
koeks (L386p Vlodrop)
|
Alles bij het spel verloren hebben [keps, kaps, baard, dod, pret, bluts, rits, rutsel, rut, rus, molk, mol, mot]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23254 |
altaar |
altaar (<lat.):
altaor (L386p Vlodrop)
|
Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23644 |
altaarbel |
misdienaarsbel:
misdienersbel (L386p Vlodrop)
|
De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24297 |
alver |
winde:
ideosyncr.
wing (L386p Vlodrop)
|
Hoe noemt u de alver: een roofkarpertje, 10-18cm lang, de schubben hebben een fraaie zilver- of paarlemoerglans (alver, moertje, nesteling, aveltje, scheiter, bovenzwemmer, win, winde, wind) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampulle (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] || Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (L386p Vlodrop),
ideosyncr.
angel (L386p Vlodrop)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33621 |
anjelier |
flet:
flet (L386p Vlodrop)
|
[DC 17 (1949)]
I-7
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
violet:
-
flet (L386p Vlodrop)
|
tuinanjer [DC 17 (1949)]
III-2-1
|
21829 |
antwoorden |
antwoorden:
antwoorde (L386p Vlodrop)
|
ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|