e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bemelen

Overzicht

Gevonden: 370
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
navel navel: navel (Bemelen) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
nek nek: nàk (Bemelen) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
neus neus: ná:s (Bemelen) neus [DC 01 (1931)] III-1-1
niet gehalveerde poortvleugel poort: [poort] (Bemelen) Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.] I-6
noemen noemen: neume (Bemelen) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
ogenblikje, korte tijd, eventjes eventjes: effekes (Bemelen) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
omheining van ijzeren spijlen stanketsel: staŋkɛtsǝl (Bemelen) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van takken tuin: tuǝn (Bemelen) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8
omslagdoek (alg.) plag: plak (Bemelen) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak sjaal: sjaal (Bemelen) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3