e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2180
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
colbertjasje jas: jas (Rosmeer, ... ) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] III-1-3
compagnie compagnie (fr.): compenêi (Rosmeer) compagnie [ZND 01 (1922)] III-3-1
congregatie congregatie: congeregôse (Rosmeer) Congregatie. [ZND 01 (1922)] III-3-3
d. kromme riek aardappeltrekker: jępǝltrękǝr (Rosmeer) Een riek met hetzelfde werkend deel als bij de gewone aardappelriek, maar in een hoek van 90 graden aan de steel bevestigd, om de aardappelen bijeen te schrapen, met name in de kelder, maar soms ook ook in het veld. [N 18, 64] I-5
daas (tabanidae) paardshorzel: ook ZND 1u, 30  pjatsjossel (Rosmeer) daas, paardenvlieg [ZND 01 (1922)] III-4-2
dahlia (dahlia cav.) dahlia: daolejasse = mv. Enkelvoud = daoleja., wordt meestal in mv. gebruikt  daoleja (Rosmeer) dahlia [DC 60a (1985)] III-2-1
dakgoot kandel: kønšǝl (Rosmeer), kø̄nzǝl (Rosmeer), kø̜jnšǝl (Rosmeer) Zie kaart. Horizontaal afvoerkanaal dat onder een dakrand wordt aangebracht om het van het dak stromende regenwater af te voeren, hetzij onmiddellijk via een spuier, hetzij door een in de aardbodem uitmondende gootpijp. Met de term 'Keulse goot' (L 387) wordt een goot aangeduid die niet buiten het muurvlak uitsteekt, maar op de muurplaat rust. In S 11 en L 1 a-m werd in het algemeen gevraagd naar ø̄gootø̄. In dit lemma zijn uit dit materiaal alleen die antwoorden opgenomen, waarbij door de invuller werd vermeld dat het specifiek de benaming voor een dakgoot betrof. [N 64, 148a; N 54, 185a; L 24, 23a; L B1, 159a; R 14, 23j2; monogr.; Vld; div.; S 11; L 1a-m] II-9
dal, vallei dal: del (Rosmeer), laagte: laiegte (Rosmeer), lëegte (Rosmeer) laagte (tussen 2 heuvels) [ZND 29 (1938)] III-4-4
damesblouse basquine (fr.): bəskīn (Rosmeer) damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)] III-1-3
dameshoed? hoed: hy(3)̄t (Rosmeer) dameshoed [N 25 (1964)] III-1-3