e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2180
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buurt geburen: gebuere (Rosmeer) buurt [ZND 01 (1922)] III-3-1
cape capeline (fr.): kapəlin (Rosmeer) cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)] III-1-3
capuchon kapje: kepkə (Rosmeer) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] III-1-3
castreren boeten: bētǝ (Rosmeer), pitsen: petsǝ (Rosmeer) In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
cel cel: sɛl (Rosmeer) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
centiem halve cent: ps. omgespeld volgens Frings.  hāvə sēͅnt (Rosmeer) koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
chrysant sintekatrijnbloem: -  sinte katrijnblom (Rosmeer) Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [DC 60a (1985)] III-2-1
cichorei suikerij: sukkerêi (Rosmeer) cichorei [ZND 01 (1922)] I-7
cirkelvormig raam maan: mǭi̯n (Rosmeer) Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b] I-6
coccidiosis (het) schijt: šet (Rosmeer) Ziekte veroorzaakt door coccen. Coccidiosis aan de dunne darm, kuikendiarree. [N 19, 64] I-12