| 26710 |
zwart- of blauwveen |
kluit:
klyǝt (L288a Ospel),
scherpe turf:
scherpe turf (L288a Ospel),
zwarte:
zwɛrtǝ (L288a Ospel),
zwarte turf:
zwartǝn tørǝf (L288a Ospel)
|
Veen dat bestaat uit meer of minder sterk vergane plantenresten van alle veenformaties, de voedselrijke, de matig voedselrijke en de voedselarme venen. De turf hieruit behoort tot de best brandbare. [I, 2c]
II-4
|
| 33481 |
zwarte bes |
zwarte beren:
zwerte beer (L288a Ospel)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
| 24345 |
zwarte bladluis |
bladluis:
blaadloes (L288a Ospel),
blaadluus (L288a Ospel),
melie:
mv.; zit in vlierbes, dahlias en tuinbonen
meeli-jje (L288a Ospel)
|
bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] || bladluis, zwarte
III-4-2
|
| 24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
krei (L288a Ospel),
krej (L288a Ospel),
raaf:
raaf (L288a Ospel),
zwarte kraai:
zwerte krej (L288a Ospel)
|
Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai
III-4-1
|
| 24865 |
zwarte nachtschade |
nachtegaal:
nachtegaal (L288a Ospel),
stinkberenhout:
stînkbieërehout (L288a Ospel)
|
nachtschade || Solanum nigrum L. subsp. nigrum. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in moestuinen en open bermen met witte stervormige bloempjes en giftige zaden in de vorm van zwarte (rijpe) of groene tot gele (onrijpe) bessen of bolletjes. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 5 tot 60 cm. Het type wiemelen is een variant van ɛwiemerenɛ, uit ɛwijn-berenɛ, "aalbessen". Bij tinkruid wordt opgemerkt: "men schuurt er tin mee". [JG 1a, 1b, 2c; A 43, 10; A 60A, 69; monogr.]
I-5, III-4-3
|
| 24288 |
zwarte roodstaart |
roodstaart:
rôêtstèrt (L288a Ospel),
teerputtertje:
ter’pötterke (L288a Ospel)
|
zwarte roodstaart
III-4-1
|
| 24289 |
zwarte specht |
kraaispecht:
lijkt erg op de kraai
kreispeicht (L288a Ospel)
|
specht, zwarte -
III-4-1
|
| 26776 |
zwarte turf |
kluiten:
klȳǝt (L288a Ospel)
|
Vergelijk het lemma ''zwart- of blauwveen''. [I, 45b; monogr.]
II-4
|
| 26903 |
zwarte turf of zwartveen |
fabrieksturf:
fabrikstø̜̄rǝf (L288a Ospel),
zwarte:
zwartǝ (L288a Ospel)
|
Onder het grauwveen zit het zwartveen waaruit verschillende soorten zwarte turf gehaald worden. Deze laag kan drie meter of meer dik zijn. De planteresten zijn hierin meer vergaan dan in de grauwveenlaag. [II, 36; monogr.]
II-4
|