21905 |
hard werken |
labeuren:
(op het land).
labeure (Q095a Caberg)
|
arbeid verrichten [werken, arbeiden, wrochten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18036 |
hardlijvigheid, hardlijvig (zijn) |
verstopt:
verstop zien (Q095a Caberg)
|
Constipatie: verstopping, hardlijvigheid (beslotenheid, constipatie, obsteeg afgaan). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20797 |
haring |
haring:
hiering (Q095a Caberg),
WBD/WLD
hiering (Q095a Caberg)
|
haring [DC 02 (1932)] || Hoe noemt u de haring: een slanke, zilverkleurige zeevis met vrij grote doorschijnende schubben, één korte rugvin en een spitse kop waarvan de onderkaak iets uitsteekt. Hij wordt ± 40cm lang (haring, rogel, herrek) [N 83 (1981)]
III-2-3
|
24710 |
hars |
gom:
WBD/WLD
gom (Q095a Caberg),
hars:
WBD/WLD
hars (Q095a Caberg)
|
Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21497 |
hartelijk |
hartelijk:
hartelek (Q095a Caberg),
vriendelijk:
vruntelek (Q095a Caberg)
|
welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18090 |
hartinfarct |
hartverlamming:
hartverlamming (Q095a Caberg)
|
Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21458 |
haten |
haten:
hate (Q095a Caberg),
haten (Q095a Caberg)
|
een bitter gevoel hebben wegens aangedaan leed of onrecht, ook tegen de veroorzaker daarvan [wrokken, wringen] [N 85 (1981)] || een sterk gevoel van afkeer tegen iemand hebben, haatgevoelens voor iemand hebben [haten, dregen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
24988 |
heen en weer (bewegen) |
op en neer:
er löp op en neer (Q095a Caberg)
|
heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)]
III-4-4
|
17857 |
heen en weer draaien |
draaien:
dreye (Q095a Caberg)
|
Heen en weer draaien (drispelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17865 |
heen en weer schuiven |
schroevelen:
sjroevele (Q095a Caberg)
|
Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|