18914 |
ijverig |
ijverig:
ieverig (Q095a Caberg)
|
met ijver vervuld [ijverig, nijver, nijverig, noest, vlijtig, grif] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18870 |
ijzen |
schuiveraaien krijgen:
(= chaud-froid).
sjevraoje kriege (Q095a Caberg)
|
vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18935 |
in alle haast |
hapsnap:
hap-snap (Q095a Caberg)
|
in heel grote haast [hap, snap] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17846 |
in beweging komen |
op gang komen:
op gaank kome (Q095a Caberg)
|
beweging, In ~ komen (meutelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kiste (Q095a Caberg)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33613 |
in de moestuin werken |
gardenieren:
gardeneere (Q095a Caberg)
|
[N P (1966)]
I-7
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
stuiken:
stōkke (Q095a Caberg)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18227 |
in lompen gekleed |
schabbetig:
sjebbetig (Q095a Caberg)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
aantekenen:
aonteikene (Q095a Caberg)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
een kind krijgen:
Recentere varianten.
e kind kriege (Q095a Caberg),
groot gaan:
Oudere variant.
groet goon (Q095a Caberg),
in verwachting zijn:
Recentere varianten.
in verwachting zien (Q095a Caberg),
zwanger zijn:
Recentere varianten.
zwanger zien (Q095a Caberg)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|