e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich aanstellen langs zijn schoenen lopen: langs z’n sjoon loupe (Maaseik) zich aanstellen [N 102 (1998)] III-3-1
zich bemoeien met bemoeien: bemeuien (Maaseik), zich bemeúje met (Maaseik), moeien: m"jə (Maaseik), ophouden: opautə (Maaseik) ik kan me daarmee niet bemoeien [ZND 21 (1936)] || zich bemoeien met [ZND 01 (1922)] III-3-1
zich haasten vooruitmaken: us vəro.utmu.kə (Maaseik), zich spoeden: us spo.iə (Maaseik), us spojə (Maaseik), zich spoje (Maaseik), zich spooje (Maaseik, ... ) Zich haasten (zich haasten, zich spoeden, spujen) [N 108 (2001)] || Zich haasten. We moeten ons haasten om de bus te halen. [Lk 05 (1955)] III-1-2
zich inbeelden zich inbeelden: ook materiaal znd 27, 39  six ĭnbēəldə (Maaseik), zich inbeelje (Maaseik) inbeelden [ZND 01 (1922)] III-1-4
zich moeilijk laten melken lastige koe: lɛstǝgǝ kuw (Maaseik), taai: tej (Maaseik), taaie koe: tęj kuw (Maaseik) Het slechts met moeite gemolken kunnen worden, gezegd van de koe. Er komen in dit lemma verschillende grammaticale categorieën voor. [N 3A, 71] I-11
zich niet lekker voelen krank zijn: krank zeen (Maaseik), misselijk zijn: misselek zeen (Maaseik), zich niet goed voelen: neet good veule (Maaseik) Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, niet goed, misselijk). [N 107 (2001)] || Zich niet lekker voelen (niet lekker, niet goed, gammel, krank). [N 107 (2001)] III-1-2
zich over de rug wentelen (zich) wentelen: węi̯njšǝlǝ (Maaseik) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zich vergissen zich verdolen: zich verdaole (Maaseik) zich vergissen III-1-4
zich verkleden get anders aandoen: get angers aandoon (Maaseik), omkleden: zich òmkleije (Maaseik), zich ômkleije (Maaseik) Zich verkleden [verkleden, omkleden, omtrekken, iets anders aandoen] [N 114 (2002)] III-1-3
zich warm aankleden get warms aantrekken: get werms aantrekke (Maaseik), warm aandoen: zich werm aandoon (Maaseik, ... ), warm aankleden: zich werm aankleije (Maaseik) Zich warm aankleden [(in)duffelen, inpakken, warm aandoen] [N 114 (2002)] III-1-3