e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
schei-kerel (< du.) nietsnut:   schijskel (Blitterswijck, ... ) III-1-4
scheibalken draagbalken:   šęi̯bɛlk (Guttecoven) I-13
scheibij voorzwerm:   sxęjbi.j (Hushoven, ... ) II-6
scheiblokken rongblokken:   skɛi̯bløk (Gelinden, ... ), sxęi̯bløk (Borgloon, ... ) I-13
scheiboom latierboom:   sxɛi̯bom (Gennep, ... ) I-6
scheibussen scheibussen:   sxęjbøsǝ (Gennep), šęjbø̜s (Neeritter, ... ) II-3
scheid doel bij verstoppertje spelen: Meer Royers.  sjeid (Stramproy), eigennamen van de mijnen:   šēt (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Emma, Hendrik, Oranje-Nassau II]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), grenslijn:   sjeid (Klimmen), ’t sjeid (Ell), (o.).  šē.t (Eys) I-8
scheid (zelfst.nw.) akkergrens, grensvoor:   sxęi̯.t (Kaulille), sxęi̯t (Hamont, ... ), šei̯t (Eupen), šēt (Margraten, ... ), šē̜ ̝.t (s-Gravenvoeren, ... ), šęi̯t (Baexem, ... ) , II-5, III-3-1, III-3-2
scheidbussel bussel kort stro:   sxęt˱bęsǝl (Kuringen) I-4
scheidelaar kiskassen: steentje:   sjèigeler (Gronsveld) III-3-2