e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
scheveltong ploegkam:   sxę̄vǝltoŋ (Leunen) I-1
scheven hede, vlas- of hennepafval:   sxɛ̄vǝ (Blitterswijck, ... ), šɛ̄vǝ (Beringe, ... ), scheven:   šē̜vǝ (Beringe), werk:   šē̜vǝ (Kessel) I-5, II-7
schevenbloem paardebloem:   schèvebloom (Opglabbeek), -  schèvebloem (Opglabbeek) III-4-3
schevensteker wiedschopje:   šē̜vǝštē̜kǝr (Waterloos) I-5
schever scherf:   šɛ̄‧vər (Tongeren), sintel:   scheevers (Hoepertingen, ... ), schefers (Sint-Truiden), schejevers (Hoepertingen), schēivers (Gelinden), schiefers (Sint-Truiden, ... ), schievers (Brustem, ... ), schèevers (Wellen), schévers (Sint-Truiden), skeejevers (Groot-Gelmen), sxeəvərs (Alken, ... ), sxēvər (Sint-Truiden), sxiəvərs (Gutshoven), Van steenachtige kolen.  scheevers (Jeuk) III-2-1, III-4-4
scheverik bittere scheefbloem: WLD  scheverik (Schimmert) III-4-3
scheverkloot beetje, een weinig:   sjêvërklóot (Tongeren) III-4-4
scheverstang vuurtang, sinteltang:   sxēvərstaŋ (Sint-Truiden) III-2-1
scheversteen leisteen:   šēvǝrštēǝ (Noorbeek, ... ) II-9
schevertang vuurtang, sinteltang:   sxēvərtaŋ (Borlo) III-2-1