e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
slecht afgedaan blauw slachten:   šlɛx āfxǝdōǝ (Hoensbroek), šlɛxt ǭfgǝdon (Kerkrade) II-1
slecht afgedaan zijn blauw slachten:   (men zegt) [het] is slęxt āfgędōn (Kaulille), (men zegt) [het] ęs slęjx ǫfgǝdøn (Tongeren) II-1
slecht afgehuid blauw slachten:   slɛxt afxǝhø̜jt (Meijel) II-1
slecht afgesteken niet meteen leegbloeden:   slɛxt avgǝstēǝkǝ (Grazen) II-1
slecht afgetrokken blauw slachten:   slecht afgetrokken (Beringen) II-1
slecht afgewerkt blauw slachten:   slēx ǭfgǝwęrk (Bilzen), slɛxt afgǝwɛrkt (Neerpelt) II-1
slecht afwerken slordig, verkeerd naaien:   slecht afwerken (Neerpelt) II-7
slecht avanceren (<fr.) moeilijk vooruitkomen:   sleͅxt avasern (Koersel), sleͅxt avəserə (Koersel), sleͅxt avəsērə (Paal) III-1-2
slecht bekomen gedupeerd:   sjlèch bekömme (Geleen) III-1-4
slecht benehmen (< du.) zich zeer slecht gedragen:   sjlèch bənummə (Susteren) III-1-4