e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
slateren fladderen:   slateren (Ospel) III-4-1
slatevogel spotvogel:   sjlaatevoghel (Sittard), ook fig. "slimmerik, grapjas  sjlaatevoogel (Sittard) III-4-1
slatje das, sjaal: syn. zie flaar.  sledsje (Diepenbeek), z.o. zakdoek.  sletsje (Hasselt), hoofddoek:   slęi̯tjǝn (Zonhoven), slętjǝ (Diepenbeek), slętšǝ (Guigoven, ... ), [WNT: slat (I). Wss. een gew. vorm naast slet. 1. Lap, stuk goed.  sleͅtšə (Hasselt, ... ), omslagdoek onder mantel of jak: [WNT: slat (I). Wss. een gew. vorm naast slet. 1. Lap, stuk goed.  sletšə (Romershoven) I-4, III-1-3
slats houten sandaal:   slatse (Sint-Truiden), lederen pantoffel:   slatse (Sint-Truiden), muiltje:   slatse (Sint-Truiden), slàts (Sint-Truiden) III-1-3
slattevogel? deugniet: mar.: van "slat"= vod?  sjlatevoeëgel (Nuth/Aalbeek) III-1-4
slaven werken op de boerderij:   slāvǝ (Blitterswijck, ... ), slǭvǝ (Martenslinde), šlāvǝ (Buggenum, ... ), zwoegen:   ich heb moote slaven (Neeroeteren), ich hem moete slave (Heusden), ich hep mooote slaave (Lanaken), ig heb dwo moette slave (Hoeselt), ig èb moote slaavë (Lanklaar), sjlaave (Sittard), sjlave (Doenrade, ... ), sjlāve (Buggenum), sla-ve (Blitterswijck), slaove (Caberg, ... ), slaovə (Meeuwen), slave (Well), sloavə (Sint-Truiden), əch öp motə slāvə (Rekem) I-6, III-1-4
slavenband armband: Van Dale: slavenarmband, slavenband, stijve gladde armband met scharnier en slot. WNT: slavenband, gladde ringvormige armband.  sjlavebandj (Sittard) III-1-3
slaveren slenteren: Slenteren.  sleveere (Maastricht, ... ) III-1-2
slavets pantoffel: Redupliceringsvorm van slets.  slavats, slaváitsj (Zonhoven) III-1-3
slavettertje lage klomp:   slavɛtǝrkǝ (Tessenderlo) II-12