e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
slap beest koe met slappe, doorgezakte rug:   slapǝ bīǝst (Boshoven) I-11
slap de benen onvast ter been (zijn):   schlap de beng (Schaesberg, ... ) III-1-2
slap gebit wolfsgebit, gebroken gebit:   sla.p ˲gǝbē.t (Hasselt  [(voor paarden met weke mond)]  ), slap ˲gǝbei̯ǝ.t (Sint-Lambrechts-Herk), slap ˲gǝbet (Milsbeek, ... ), slap ˲gǝbē.t (Kuringen), slap ˲gǝbęi̯ǝ.t (Wellen) I-10
slap gevoel onwel:   slap geveul (Blerick) III-1-2
slap half met driekwart van het zeil bij:   slap halǝf (Leunen, ... ) II-3
slap in de banden lijfbieden, prolapsus vaginae:   slap in de banden (Ospel) I-11
slap in de benen onvast ter been (zijn):   slap in de beèn (Oost-Maarland) III-1-2
slap in de knie?n zijn knikkebenen:   déë is schlap in de kneeje (Heerlen) III-1-2
slap in de muil week in de muil:   slap en dǝ mø̜i̯.l (Val-Meer), slap ęn ǝ mǫu̯l (Diepenbeek), šlap en dǝ mul (Valkenburg) I-9
slap in de poten overkoot:   slap en dǝ pūǝtǝ (Halen) I-9