e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
slanke worst: Barg.  šlaŋkə (Waubach) III-2-3
slanke, een - duif die licht van bouw is: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  slanke (Wanssum) III-3-2
slanken mager worden:   slanken (Born) III-1-1
slanker <naam>: Opm. ik weet niet of alle b-vragen (203 t/m 211b) goed zijn ingevuld (vind de antwoorden een beetje vreemd?!).  slanker (Kortessem) III-3-2
slantis salamander:   slantis (Hoeselt) III-4-2
slaolie smeermiddel:   slaolie (Cadier), slǭjōli (Maastricht) II-1
slap beet, hap:   slap (Buchten), lenig:   schlap (Baexem), sjlap (Amstenrade, ... ), slap (Halen, ... ), slap ? (Rekem), slâp (Wolder/Oud-Vroenhoven), žlap (Vaals), [Paragraaf: fysische eigenschappen].  slap (Boorsem), lui:   slap (Venlo), mager:   schlap (Vlodrop), sjlap (Geleen, ... ), slap (Meers), slàp (Pey), mals, gezegd van boter:   slap (Ophoven), met zwakke werking:   slap (Brunssum, ... ), šlap (Geleen, ... ), ongeschikt:   slap (Kwaadmechelen), te nat:   slap (Hout-Blerick), šlap (Nuth, ... ), traag:   slap (Venlo), verwelkt:   slap hange!∂ (Oirlo), Veldens dialekt  slap gaon hangen (Velden), zacht winterweer: slap  slàp (Donk (bij Herk-de-Stad)), zwak:   sjlap (Heerlen), slap (Tienray), zwak, ongezond:   sjlap (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), sjlàp (Heerlen), slap (Heythuysen, ... ), šla.p (Ingber), [Paragraaf: leven/gezondheid/ziekte/vermoeidheid].  slap (Boorsem), i.e. ongezond.  slap (Tessenderlo), zwak, slap:   (šlàp) (Ingber), sjlap (Beek, ... ), sjlàp (Amstenrade, ... ), slaap (Thorn), slap (As, ... ), slaphange (Bree), slàp (Gennep, ... ), šla.p (Eys, ... ), zjlap (Kapel-in-t-Zand), i.e. ongezond.  slap (Tessenderlo), Niet sterk.  slap (Hoeselt, ... ) I-2, II-1, III-1-3, II-1, III-1-1, III-1-2, III-1-4, III-2-3
slap [eggen] bot eggen:   slap (Lottum) III-4-3
slap afgewerkt uitgedroogd:   slap ovgǝwøk (Beverst)
slap bandje losse linnen halsboord:   slap bēͅntšə (Tongeren) III-4-4