e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
sluitskorf sluitmand:   slutskø̜rǝf (Maastricht), wasmand:   slutskø̜rǝf (Maastricht) II-12
sluitspang borstspeld:   sjloeetsjpang (Herten (bij Roermond)), sloetspang (Chèvremont, ... ), sluitspeld:   schleetsjpang (Geleen), schloetschpang (Brunssum), sjleet sjpang (Beek), sjleetsjpàng (Amstenrade), sjleetspang (Maastricht), sjloe:tsjpang (Herten (bij Roermond)), sjloetsjpang (Haelen, ... ), sjloetspang (Nieuwstadt), sleetspang (Itteren, ... ), sloetspang (Echt/Gebroek, ... ), veiligheidsspeld:   slūtspaŋ (Maastricht), šlūtspaŋ (Nieuwstadt) II-7, III-1-3, III-2-2
sluitspeld borstspeld:   sloétspe͂l (Weert), sluitspeld:   sjloetsjpeld (Reuver), sjloetsjpelt (Beesel), sloe.tspel (Kelpen), sloeetspel (Weert), sloetspel (Ell, ... ), sloetspeld (Beesel, ... ), sloêtspeld (Blerick), slōētspel (Tungelroy), slōētspèlt (Venlo), slutj spèl (Meijel), sluutspeld (Oirlo, ... ), slŭŭtspel (Gennep), veiligheidsspeld:   šlūtšpɛlt (Kesseleik, ... ) II-7, III-1-3, III-2-2
sluitspelde veiligheidsspeld:   slu.tspɛl (Altweert, ... ), slutspɛl (Weert), slytspɛl (Ottersum) II-7
sluitspie klemmateriaal:   sløę̄itspii̯ (Lommel), spie:   slø̜̄.tspɛi̯ (Houthalen), slø̜̄tspei̯ (Zelem), wigvormig sluithout:   slø̄tspī (Heppen), slōi̯tspi (Rosmeer), slūtspīi̯ (Maaseik) I-1, I-3, I-6
sluitspier sluitspier van de aars:   schluitsjpier (Waubach), sjloetsjpier (Posterholt), sleetspier (Maastricht), sloewtspier (Achel), sluitspier (Meijel) III-1-1
sluitspieën roedewiggen:   sluitspieën (Linkhout) II-3
sluitspieën/-spijen sleutels:   šlū.tšpiǝ (Tegelen) II-12
sluitsteen kraagsteen:   šlȳtštęjn (Rothem), sluitsteen:   slytstēn (Ottersum), slytstēǝn (Leunen, ... ), slȳtstęjn (Meeuwen), slȳtstęn (Meeuwen), sløtjstiǝn (Meijel), sløǝtstęjn (Bree), slø̄tstin (Houthalen), slātstiǝn (Sint-Truiden), slūtstęjn (Ell, ... ), slǭwǝtstijǝn (Tessenderlo), šl ̇ūtštęjn (Herten), šlȳtštęjn (Rothem), šlø̜jtštęjn (Schimmert), šlū.tštē (Eys), šlūtštē (Heerlen, ... ), šlūtštęjn (Helden, ... ), spiesteen, boogsteen:   slǭwǝtstijǝn (Tessenderlo), šlūtštē (Heerlen  [(meervoud: šlūtšteŋ)]  ) II-8, II-9
sluitstek draaibare sluitbalk aan de bovenzijde van een poortvleugel:   slitstɛk (Eigenbilzen), slø̜̄tstɛk (Beringen, ... ), slø̜tstɛk (Linkhout), horizontale sluitbalk van een poort:   sláu̯tstɛk (Millen), slø̜̄tstɛk (Beringen, ... ), slǫu̯tstɛk (Gelieren Bret), slaghout:   slø̜̄tstęk (Beringen), slø̜tstęk (Zelem, ... ), wigvormig sluithout:   slø̜tstɛk (Meldert) I-13, I-6