e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
smaakje smaak:   sjmaekske (Heel, ... ), sjmèèkske (Panningen), smekske (Wanssum), sméékske (Weert) III-1-1
smacht eetlust: grote honger of dorst  smāxt (Castenray, ... ) III-2-3
smachten ontberen:   sjmachtə (Kapel-in-t-Zand), smachten:   sjmachte (Sittard), smachte (Afferden, ... ), smachte(n) (Obbicht), smachten (Genooi/Ohé, ... ), smachtə (Meeuwen), smāchte (Lottum, ... ), smāchten (Heijen), smàchte (As), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  smachte (Stevensweert), smachten; reikhalzen?:   smachte (Beesel) III-1-4, III-3-1
smachten naar asem hijgen naar adem, reutelen:   hè snocht ne osem (Neerpelt) III-2-2
smachtend benauwd en vochtig weer:   smàchtend (As) III-4-4
smachtend heet benauwd en vochtig weer:   smàchtend hèjt (Gruitrode) III-4-4
smachtlap klaploper: Van Dale: smachtlap, (gew.) klaploper, klaploopster.  smaglap (Maastricht), smagtlap (Stein), smalap (Maastricht) III-3-1
smak bepaalde hoeveelheid:   sjmak (Klimmen), grote hoeveelheid, hoop:   sjmàk (Geleen), knappen:   smak (Maastricht), onbelangrijk:   smak (Wellen), ruk:   sjmak (Neer, ... ), smak (Vlijtingen), slag:   smak (Beverlo), šma.gə (Eupen), šma.k (Montzen), snoer:   smak (Gelieren Bret, ... ), zweep:   smak (Beringen, ... ), zweep van de koeherder:   smak (Achel, ... ) I-10, I-11, III-1-2, III-4-4
smakdeur deurtje in een poortvleugel:   smak˱dø̄r (Lummen) I-6
smakelijk eten peuzelen:   sjmáákelək āētə (Kelpen), sjmèkkələk aete (Epen), smaakələk āētə (Kelpen), smullen:   sjmaakəlik aetə (Klimmen), sjmakelik aete (Nunhem), sjmakelèk été (Doenrade), sjmàkəlik étə (Jabeek), sjmààləlik eetə (Heugem), sjmááklik îêtə (Schinnen), smaakələk èètə (Meers), vero.  smaokelek aete (Bilzen) III-2-3