e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
stil regenen motregenen, licht regenen:   sjtil raingele (Maasniel) III-4-4
stil ruhig (du.) weer koud, mistig en somber weer:   sjtil rujjig weer (Eygelshoven) III-4-4
stil spreken fluisteren:   stil spreeke (Gulpen), stil sprēken (Lanaken), stil sprèken (Bree) III-3-1
stil uit de school blijven spijbelen:   sjtil oette sjôôl blieve (Buggenum), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  stil oet te schôal blieve (Stevensweert) III-3-1
stil van wind windstilte:   sjtil va wind (Klimmen, ... ), sjtil va wénjt (Sittard), sjtil van windj (Swalmen), stil van wint (Opglabbeek), stil vàn wint (Meeuwen), stjil van windj (Nunhem), ⁄t ies sjtil van wind (Schimmert, ... ) III-4-4
stil weer weer naar het jaargetijde:   sjtil waer (Swalmen), stil weer met zonnige lucht (Blerick) III-4-4
stil weertje koud, mistig en somber weer:   stil wɛrkə (Mal) III-4-4
stil zeggen fluisteren:   stil zekke (Amstenrade), stil zèkke (Einighausen) III-3-1
stilgeestig kalm, bedaard:   stilgeistig (Lutterade) III-1-4
stilhouden afremmen:   štelhājǝ (Herten), blijven wachten:   sjtilhawte (Klimmen) II-3, III-4-4