e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
wrijvinghamel wrijvingshamer:   vręjveŋhǭmǝl (Bevingen  [(om metaal effen te maken)]  ) II-11
wrijvingschijf koepe-schijf:   wrijvingschijf (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Domaniale]) II-5
wrijvingslier koepe-lier:   wrijvingslier (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]) II-5
wrikken hok opbinden:   vrękǝ (Niel-Bij-Sint-Truiden), wringen:   vrikke (Venlo), wrokken:   vrekke (Tienray) I-4, III-1-2, III-3-1
wring kuipersvijs:   vrēŋ (Eisden, ... ), mangel, wringer:   vring (Nunhem), onderste handvat:   vrēŋ (Maasmechelen), opruimer, ruimijzer, handspitsboor:   vręŋ (Bilzen), rank: Venlo e.o.  vring (Maasbree), wrang:   vring (Castenray, ... ) I-3, II-11, II-12, III-2-1, III-2-3, III-4-3
wring hout moeilijk te klieven hout:   vri hǫwt (Maastricht), vręŋ hǭt (Hasselt) II-12
wringboor avegaar:   vreŋbǫr (Zolder), opruimer, ruimijzer, handspitsboor:   vreŋbawr (Loksbergen), vreŋbōr (Neeritter) II-11, II-12
wringel vregelstok:   vriŋǝl (Molenbeersel, ... ), wreef:   vreŋǝl (Montzen), wreef [wld ii.10, p. 23-24]:   vreŋəl (Montzen) I-3, II-10, III-1-3
wringelaar dwarsdrijver:   wrégelèr (Hees) III-1-4
wringelhout vregelstok:   wringelhout (Noorbeek) I-3