32781 |
zaad[eg] |
meerdelige eg:
[zaadeg] (L192a Siebengewald),
zǭt˱ē̜x (L163p Ottersum),
%%de beide volgende opgaven zijn meervoud en betreffen de delen van een (als zaadeg gebruikte) samengestelde eg%%
zǭt˱ē̜gǝ (L265b Kronenberg),
%%de volgende termen zijn van toepassing op één van de deeleggen; zaad[eg]%%
zǭt˱[eg] (L265b Kronenberg),
zaadeg:
zat˱[eg] (L248p Lottum),
zot˱[eg] (Q003p Genk),
zuǝt[eg] (Q073p Wimmertingen
[(driehoekig, 21 tanden)]
),
zó̜t˱[eg] (L265p Meijel),
zō ̝ǝt˱[eg] (L414p Houthalen
[(vierkant)]
, ...
Q157p Jesseren
[(driehoekig)]
),
zōt˱[eg] (Q081a Heesveld-Eik),
zōǝt˱[eg] (L359p Beek
[(vierkant)]
, ...
Q071p Diepenbeek,
Q002a Godschei
[(driehoekig, 19-21 tanden, later vierkant)]
,
Q001p Zonhoven
[(driehoekig, later de kettingeg)]
),
zǫt˱[eg] (Q204a Mechelen),
zǭ ̝ǝt˱[eg] (Q211p Bocholtz, ...
Q113p Heerlen
[(lichte drieveldseg)]
,
Q039p Hoensbroek,
Q117p Nieuwenhagen
[(19 tanden)]
,
Q118p Schaesberg
[(21 tanden)]
,
Q116p Simpelveld
[(driehoekig of vierkant, 24-32korte tanden)]
,
Q117a Waubach),
zǭt˱[eg] (L192b Aijen
[(vierkant, van hout, 20-30 tanden; later een 4-delige koppeleg)]
, ...
L417p As
[(vierkant)]
,
L295p Baarlo,
L324p Baexem
[(vierkant, van hout; later geheel van ijzer; ook ijzeren koppeleg)]
,
L215p Blitterswijck,
L317p Bocholt
[(driehoekig, 21 of 22 tanden)]
,
L269b Boekend,
Q002c Bokrijk
[(korte platte tanden)]
,
L331b Boukoul
[(vierkant, van hout)]
,
L360p Bree
[(driehoekig of vierkant)]
,
L247p Broekhuizen,
L426p Buchten
[(21-23 tanden)]
,
Q027p Doenrade
[(driehoekig of vierkant, 9 respectievelijk 16 tanden)]
,
L288c Eind,
L353p Eksel
[(vierkant)]
,
L419p Elen
[(vierkant, jonger dan de driehoekige eg)]
,
L320a Ell
[(vierkant, houten tanden))]
,
L363p Ellikom
[(vierkant, 35 of 40 tanden))]
,
L164p Gennep,
L214a Geysteren,
L366p Gruitrode
[(vierkant)]
,
Q203p Gulpen,
L322p Haelen
[(driehoekig, later vierkant)]
,
Q002p Hasselt
[(ook de kettingeg)]
,
L291p Helden
[(van hout 5-balks)]
,
L330p Herten
[(vierkant)]
,
L292p Heythuysen
[(vierkant, 30 houten tanden))]
,
L246p Horst
[(4-delig)]
,
L289a Hushoven,
L369p Kinrooi
[(vierkant)]
,
Q111p Klimmen
[(driehoekig, vana hout, 23 tanden)]
,
L265b Kronenberg
[(vierkant, van ijzer, 25 tanden))]
,
Q088p Lanaken
[(driehoekig, 23 tanden)]
,
L422p Lanklaar
[(vierkant, later meerdelige vierkante eg)]
,
L289b Leuken,
L211p Leunen,
L372p Maaseik
[(vierkant)]
,
L332p Maasniel
[(vierkant)]
,
Q192p Margraten
[(driehoekig of vierkant, van hout, 19-23 tanden)]
,
Q204a Mechelen
[(vierkant)]
,
L217p Meerlo,
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek
[(vierkant, van hout; later een 4-delige koppeleg)]
,
L319p Molenbeersel
[(vierkant)]
,
L382p Montfort,
L288p Nederweert,
L294p Neer,
L367p Neerglabbeek
[(vierkant, van hout, later ijzeren zigzag)]
,
L321p Neeritter
[(vierkant, houten of ijzeren tanden))]
,
L368p Neeroeteren
[(vierkant)]
,
L418p Niel-bij-As,
Q197p Noorbeek,
L322a Nunhem,
L362p Opitter
[(vierkant, 4- of 5-balks)]
,
L415p Opoeteren
[(vierkant)]
,
L163p Ottersum
[(vierkant, van hout; later een 4-delige koppeleg)]
,
L290p Panningen
[(fijner en schuiner getand dan ''stoppeleg'')]
,
L358p Reppel
[(vierkant)]
,
L266p Sevenum,
L192a Siebengewald
[(4-delig)]
,
Q020p Sittard,
L318p Stramproy
[(van hout, minder schuin getand dan de onkruideg )]
,
L331p Swalmen
[(vierkant, van hout)]
,
L246a Swolgen,
L270p Tegelen
[(vierkant)]
,
Q112z Ten Esschen,
Q197a Terlinden,
L245b Tienray,
L361p Tongerlo
[(vierkant, 4-balks)]
,
L318b Tungelroy
[(vierkant, houten tanden))]
,
L268p Velden
[(van ijzer, fijn getand)]
,
L214p Wanssum,
L289p Weert
[(vierkant, van hout)]
,
Q005p Zutendaal
[(driehoekig, van hout; later vierkant, ook van ijzer)]
),
zǭǝt˱[eg] (L282p Achel
[(vierkant, van hout)]
, ...
L314p Overpelt
[(vierkant, van hout)]
)
I-2
|
|
32808 |
zaad[eggen] |
eggen na het zaaien:
zōt˱[eggen] (Q072p Beverst),
zǫǝt[eggen] (L314p Overpelt),
zǭt˱[eggen] (Q019p Beek, ...
L317p Bocholt,
L426p Buchten,
L332p Maasniel,
L383p Melick,
L321p Neeritter,
L387p Posterholt,
L329p Roermond,
Q098p Schimmert,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
L268p Velden)
I-2
|
|
33166 |
zaadaardappelen |
besjes aan de aardappelplant:
zø̄djapǝl (Q001p Zonhoven),
pootgoed, pootaardappelen:
zø̄d[aardappelen] (L355p Peer),
zād[aardappelen] (L430p Einighausen),
zōd[aardappelen] (Q112b Ubachsberg),
zōǝd[aardappelen] (P219p Jeuk),
zūǝd[aardappelen] (L364p Meeuwen),
zǭd[aardappelen] (L317p Bocholt, ...
Q011p Boorsem,
Q096a Borgharen,
Q018p Geulle,
Q193p Gronsveld,
L286p Hamont,
Q112a Heerlerheide,
Q187a Heugem,
Q111p Klimmen,
P057p Kuringen,
Q204a Mechelen,
Q033p Oirsbeek,
Q099q Rothem),
zǭǝd[aardappelen] (L282p Achel, ...
Q096c Neerharen)
I-5
|
|
32628 |
zaadbak |
strooibak voor kunstmest:
[zaadbak] (L191p Afferden, ...
L265b Kronenberg,
L211p Leunen,
L216a Oostrum),
zaaikleed:
zaodbak (Q019p Beek),
zaaikorf, zaaibak:
zat˱bak (L265b Kronenberg),
zōǝt˱bak (P048p Halen),
zǭt˱bak (Q156p Borgloon, ...
L420p Rotem,
L423p Stokkem,
Q101p Valkenburg),
zǭǝt˱bak (P186p Gelinden, ...
P197p Heers,
P107a Rummen)
I-1, I-4, III-1-3
|
|