e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zwegeltje trekken spiertje trekken:   sjwēgəlkətreͅkə (Nieuwenhagen), sjwēͅgəlkə treͅkə (Roermond), zjwēͅgəlkə treͅkə (Amstenrade), zwaegelke trekke (Thorn), zweegelke trekken (Maastricht) III-3-2
zwegeltjesstrooier treiterkop: cf. Weijnen Etym. Wb. p. 249 s.v. "zwegel, sjweegel, zwengelke"= lucifer (limb.)  zweegelkesstruier (Maastricht) III-1-4
zwegelvot kwaadspreekster:   zwaegel-vot (Sevenum), ⁄n zwaegelvot (Sevenum), kwaadspreker:   ⁄n zwaegelvot (Sevenum) III-1-4
zwegerdochter schoondochter:   schwejerdoëter (Vaals), schwejerdōēter (Vaals), sjweegerdoäter (Vijlen), sjwei’erdoater (Bleijerheide, ... ), sjweəjərdôətər (Bocholtz), sjwijerdoater (Kerkrade), cf. WNT s.v. "zweger"ablautende nevenvorm van zwager. Ook gebruikt voor schoonvader; afl. zweegster (schoonzuster), zwegerse (schoonmoeder), zwegerse (schoonzuster), zwegerheer (schoonvader), zwegermoeder (schoonmoeder), zwegervader (schoonvader cf. idem WNT s.v. "zweer (II) - zwaar, zweir, zwere"1. schoonvader; 2. schoondochter; 3a. schoonzoon; 3b. schoonbroeder; afl. zwering (schoonmoeder)  schwijerdoater (Kerkrade), cf. WNT s.v. "zweger"ablautende nevenvorm van zwager. Ook gebruikt voor schoonvader; afl. zweegster (schoonzuster), zwegerse (schoonmoeder), zwegerse (schoonzuster), zwegerheer (schoonvader), zwegermoeder (schoonmoeder), zwegervader (schoonvader)  sjweegerdochter (Nieuwenhagen) III-2-2
zwegerin schoonzuster:   zwégërïn (Tongeren), cf. VD D-N s.v. "Schwägerin  schwägerin (Valkenburg), zwegerin (As, ... ), zweigerin (Beegden) III-2-2
zwegermem schoonmoeder: cf. VD D-N s.v. "Schwiegermama"; cf. WNT s.v. "mem - ook memme  swechermäm (Rimburg) III-2-2
zwegermoeder schoonmoeder:   schweegermodder (Schaesberg), schwegermodder (Welten), schweijermodder (Kerkrade), schwejermodder (Vaals, ... ), sjweegermodder (Heerlen, ... ), sjweigermooder (Sittard), sjwei’ermodder (Bleijerheide, ... ), sjweəjərmoddər (Bocholtz), sjwiggermŏdder (Waubach), sjwij-jermodder (Kerkrade), šwēgərmōdər (Hoensbroek), šwēgərmōədər (Merkelbeek), šweͅi̯gərmōdər (Amstenrade), zwiegəmoodər (Montzen), cf. VD D-N s.v. "schwiegermutter  schwechermoəder (Rimburg), cf. WNT s.v. "zweger"ablautende nevenvorm van zwager. Ook gebruikt voor schoonvader; afl. zweegster (schoonzuster), zwegerse (schoonmoeder), zwegerse (schoonzuster), zwegerheer (schoonvader), zwegermoeder (schoonmoeder), zwegervader (schoonvader cf. idem WNT s.v. "zweer (II) - zwaar, zweir, zwere"1. schoonvader; 2. schoondochter; 3a. schoonzoon; 3b. schoonbroeder; afl. zwering (schoonmoeder)  schwijermodder (Kerkrade), cf. WNT s.v. "zweger"ablautende nevenvorm van zwager. Ook gebruikt voor schoonvader; afl. zweegster (schoonzuster), zwegerse (schoonmoeder), zwegerse (schoonzuster), zwegerheer (schoonvader), zwegermoeder (schoonmoeder), zwegervader (schoonvader)  sjweegermodder (Nieuwenhagen), sjwegermodder (Heerlen) III-2-2
zwegerouderen schoonouders:   schweijereldere (Kerkrade), schwejereldere (Vaals, ... ), sjweegereldere (Vijlen), sjwei’ereldere (Bleijerheide, ... ), sjweəjərèldərə (Bocholtz), sjwij-jereldere (Kerkrade), cf. VD D-N s.v. "Schwiegereltern"; cf. WNT s.v. "ouder (I)"... "mv. -s en -en (het laatste thans alleen in hoogeren stijl)  schwecherouweren (Rimburg), cf. WNT s.v. "ouder (I)"... "mv. -s en -en (het laatste thans alleen in hoogeren stijl)  schweegereldere (Schaesberg), cf. WNT s.v. "ouder (I)"mv. ouders - ouderen (het laatste thans alleen in hoogere stijl)  sjweegerouwere (Nieuwenhagen), cf. WNT s.v. "zweger"ablautende nevenvorm van zwager. Ook gebruikt voor schoonvader; afl. zweegster (schoonzuster), zwegerse (schoonmoeder), zwegerse (schoonzuster), zwegerheer (schoonvader), zwegermoeder (schoonmoeder), zwegervader (schoonvader cf. idem WNT s.v. "zweer (II) - zwaar, zweir, zwere"1. schoonvader; 2. schoondochter; 3a. schoonzoon; 3b. schoonbroeder; afl. zwering (schoonmoeder)  schwijereldere (Kerkrade) III-2-2
zwegerouders schoonouders:   schweegerouwesj (Schaesberg), šwēgərau̯əš (Hoensbroek), šweͅi̯gərau̯əš (Amstenrade), cf. WNT s.v. "zweger"ablautende nevenvorm van zwager. Ook gebruikt voor schoonvader; afl. zweegster (schoonzuster), zwegerse (schoonmoeder), zwegerse (schoonzuster), zwegerheer (schoonvader), zwegermoeder (schoonmoeder), zwegervader (schoonvader)  schwegerouwers (Welten) III-2-2
zwegerpap schoonvader:   sjwiggerpap (Heerlen), cf. VD D-N s.v. "Schwiegerpapa  swecherpäp (Rimburg) III-2-2