e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zwenkplanken zwiepingen:   zweŋkplaŋkǝ (Houthalen) II-9
zwenkrad koning:   zwęŋkrāt (Geistingen) I-11
zwenkschoen andere damesschoenen: ? - WNT: zwenk, 2) Iets van weinig of geen waarde. Sinds lang veroud.  zwinkschjun (Millen) III-1-3
zwens pak slaag:   sjwéns (Brunssum), zjwens (Geleen, ... ), zjwens geve (Valkenburg), zjwens kriege (Gulpen), zjwiens (Kapel-in-t-Zand), zwe.ns (Weert), zwens (Blerick, ... ), Opm. RK: als overige heteroniemen kunnen waarschijnlijk afgeleide vormen van de ww. onder vraag 089 gelden, alhoewel de informant dit niet aangeeft.  zjwens (Klimmen) III-1-2
zwens geven een pak slaag geven:   zjwens geve (Valkenburg) III-1-2
zwens krijgen een pak slaag krijgen:   zjwens kriege (Gulpen) III-1-2
zwensen de staart couperen:   swęnsǝ (Schimmert, ... ), swęnsǝn (Urmond), swɛnsǝ (Blerick, ... ), zwē̜nsǝ (Weert), zwęnsǝ (America, ... ), zwɛnsǝ (Heel, ... ), zwɛ̄nsǝ (Kanne), šwē̜nsǝ (Moresnet), šwęnsǝ (Baarlo, ... ), šwɛnsǝ (Heerlen, ... ), žwęnsǝ (Panningen, ... ), žwɛnsǝ (Baexem, ... ), draaien: = een snelle beweging geven, gew. draaien  zwinse (Wellen), een pak slaag geven:   šweͅ.nsə (Eys), zjwense (Gulpen, ... ), zjwèènse (Mheer), gispen, geselen:   šwɛnsə (Ingber), rondslenteren, ronddolen:   sjwanze (Bocholtz), šwēͅ.nsə (Moresnet), zwaaien:   zjwanse (Valkenburg), zwinse (Hoepertingen), zwaaien met het wierookvat:   zwinsen (Jeuk) I-9, III-1-2, III-3-3
zwensjes (mv.) zweefmolen: Syn. sjùkskës (van sjòk).  zwïnskës (Tongeren) III-3-2
zwepen gispen, geselen:   sjweepə (Nieuwenhagen), zwiepen (Houthalen), zwieëpe (Bocholt), zwiĕpö (Stevensweert), zwiipe (Boorsem), met de zweep slaan of geluid geven:   zwipǝ (Bree, ... ), zwiǝpǝ (As, ... ), zwiǝpǝn (Achel, ... ), zwēpǝ (Arcen, ... ), zwēǝpǝ (Grathem, ... ), zwēǝpǝn (Lommel), zwīpǝ (Helchteren), zwīpǝn (Peer), zwīǝpǝ (Beringen), zwīǝpǝn (Oostham), šwiǝpǝ (Beek), šwēǝpǝ (Sittard), schoren:   zwēpǝ (Sint Huibrechts Lille), (enk)  zwī ̞ǝp (Peer, ... ) I-10, II-3, III-1-2
zwepeslag snoer:   zwēpǝslax (Meerlo), zwēpǝslāx (Arcen), zwēpǝslāǝx (Sevenum), zwępǝslax (Gennep) I-10