e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
anderhalf graanhok, stuik, mandel:   oŋǝr`auf (Eisden) I-4
anderhalfjarige mannelijk kalf dat van tanden begint te wisselen:   andǝrhalfjø̜̄regǝ (Maastricht) I-11
anderhalfvatse mand maatmand:   ǫŋǝrhalǝf˲vātsǝmaŋ (Altweert  [(voor ± 25 kg aardappels)]  , ... ) II-12
anderhalve gulden waarde van 30 stuiver: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb geïnterpreteerd als een "glottishslag"(¿) - of gewoon letterlijk overnemen als een hoge komma?  uŋər au̯və gøͅlʔə (Rotem) III-3-1
anderhalve schup (graven) meer dan een spade diep spitten:   ǫndǝrhalǝf sxøp (Tessenderlo) I-1
anderhalve steek (omspaden) meer dan een spade diep spitten:   aŋǝrhalǝva štēk (Tegelen) I-1
anderheiligen allerheiligen:   anderheilige (Loksbergen), ànərhe.ləgə (Hasselt), door de ouderen  anderhelligen (Mielen-boven-Aalst), soms  anderhellige (Heers) III-3-3
anderhuivens knikkertermen: (wordt gezegd als men een andere knikker neemt).  āngeruves (Geleen) III-3-2
andernachse natuursteen:   andernachse (Kuringen, ... ), andǝrnɛxsǝ (Aldeneik) II-3
anders averechts, achterstevoren:   aanes (Buvingen), elders, ergens anders:   ânders (Castenray, ... ) III-4-4