e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
neerslag regen (alg.):   neerslaag (Maastricht, ... ) III-4-4
neerslager afdrager:   nērslǭgǝr (Milsbeek), neerslager:   nērslǭgǝr (Milsbeek) II-8
neerstamper gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen:   nērstāmpǝr (Halen) I-6
neersteken naar beneden duiken:   néérstéékə (As) III-3-2
neerstrijken het neerstrijken van de duif:   neersjtrieke (Vlodrop), néérstéékə (As) III-3-2
neertellen besteden:   neertéllə (Maastricht), betalen: ps. omgespeld volgens Frings.  niərteͅlə (Ophoven) III-3-1
neertjes bezetwissen:   nērkǝs (Maastricht  [(drie wissen tegelijk)]  ) II-12
neertrampelen de grond vasttreden, aanstampen:   nē̜rtra.mpǝlǝ (Wijshagen) I-2
neertrekken rollen:   nērtrɛkǝn (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler) I-11
neervallen flauwvallen:   Hij viel neer (Venlo), gieten, hard regenen: correct overgenomen.  nieewelle (Weert), neerstrijken op de vliegplank:   neervallen (Kerkhoven) II-6, III-1-2, III-4-4