e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
potsgeerd ovenveger:   potsgērt (Maastricht) II-1
potsje alpinomuts:   poͅtskə (Borgloon), pötske (Lummen), binnenshuismutsje voor bejaarde mannen:   poͅtskə (Eigenbilzen), kalot:   petsjke (Swalmen), petsjke [petškə} (Neerharen), petske (Tungelroy), poetske (Rummen (WBD)), poͅtskə (Lommel, ... ), pátsjkə (Hechtel), muts: algemeen:   potske (Diepenbeek), poͅtskə (Grote-Spouwen, ... ), putske (Bocholt), *Zonder klep.  putske (Bocholt), Béret.  pu.tskə (Bree), ondermuts:   poͅtskə (Vliermaal), pet: algemeen: potske = zonder klep  potske (Overpelt), wollen muts (kinderen):   potske (Kwaadmechelen), poͅtskə (Lommel), pøtskə (Paal) III-1-3, III-3-3
potsleuter ringsleutel:   pǫtslø̜jtǝr (Loksbergen) II-11
potsmuts zwarte meisjesmuts met ingewerkte bloemen: [poetsjmutsj / kappoetsj]  poetsjmutsj (Oirsbeek) III-1-3
potst, een - (?) prutser:   potchtj (Jeuk) III-1-4
potstal potstal:   pot[stal] (Achel, ... ), pót[stal] (Kessenich), pó̜t[stal] (Guttecoven), pǫt[stal] (Achel, ... ), pǫtstal (Boekt Heikant, ... ), pǫtstál (Heusden) I-6
potstalmest mest, stalmest:   potsta.lmęst (Wijshagen) I-1
potstampen verstoppertje spelen:   potstampe (Bocholt), pag. 13-15: Potstampen is eigenlijk hetzelfde spel [zie petott`n] maar met n pot in het midden staan. Nu dient de pot als staanplaats. Er moet ook op de pot afgeklopt worden. De spelers die al eraan waren, worden verlost door de pot weg te stampen. De zoeker moet de pot opnieuw zetten en opnieuw aftellen.  potstampe (Diepenbeek) III-3-2
potsteken verschillende knikkerspelen:   potstēͅkə (Heythuysen), potstèke (Heythuysen) III-3-2
potstoof gedrongen persoon:   t es ən poͅtstōf (Overpelt), lage kachel voor de ketel met was of veevoer:   pǫ.tšt˙ǭf (s-Gravenvoeren, ... ), pǫtstu(u̯)f (Kortessem), pǫtstu̯ǫǝf (Genoelselderen), pǫtstōf (Gelieren Bret, ... ), pǫtstōǝf (Zutendaal), pǫtstō̜f (Rekem, ... ), pǫtstǫf (Eigenbilzen), pǫtstǫǝf (Bilzen), perskachel:   potstǭf (Noorbeek), potštōf (Voerendaal), plattebuiskachel:   poͅtstau̯f (Lanaken), poͅtstof (Neerpelt), poͅtstōf (Grote-Brogel, ... ), poͅtstōəf (Bree), poͅtstōͅf (Elen, ... ), poͅtstōͅv (Rotem), poͅtstoͅf (Meeswijk), poͅtstuəf (Sint-Huibrechts-Hern), poͅtstūəf (Vliermaal), poͅtstu̯oͅf (\'s-Herenelderen), poͅtstøͅf (Neerglabbeek), potkachel:   potschtoof (Valkenburg), potstoaf (As, ... ), poͅtstōf (Genk), poͅtštoͅu̯f (Sittard), bestaande uit gegoten ijzeren pot met aftilbaar deksel en staande op drie poten  potsjtouf (Sittard), verklw. pòtstyùfkë  pòtstuòf (Tongeren), stoof:   potsjtaof (Gronsveld) I-6, II-7, III-1-1, III-2-1