e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
ringschieten knikkertermen:   rink sjeete (Klimmen), rinksjeete (Doenrade), rinksjisse (Kerkrade), (= tzelfde spelletje als het beugelspel; klein ringetje).  rink schjeete (Dieteren) III-3-2
ringschobben waterring van de mijt:   reŋkšǫbǝn (Elen) I-4
ringschokkel schommel:   ringsjoegel (Heel), ringsjoggel (Heel), ringsjokkel (Haelen), gg=zachte K  ringsjōggel (Heel, ... ), zachte "k  ringsjokkel (Haelen) III-3-2
ringschottel schommel: [sic; lijkt idd. tt te zijn, vgl. L 323]  ringsjottel (Beegden), ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).  ringsjŏtel (Buggenum) III-3-2
ringschurft ringworm:   rinksjurf (Gulpen) III-1-2
ringsel laag schoven op de wagen:   reŋsǝl (Gelieren Bret, ... ), ręŋsǝl (Zutendaal) I-4
ringselen op de wagen tassen:   reŋsǝlǝ (Genk), ręŋsǝlǝ (Zutendaal) I-4
ringsleutel ringsleutel:   reŋksliǝtǝl (Zutendaal), reŋkslø̜tǝl (Neeritter), reŋkšløsǝl (Kerkrade, ... ), reŋkšlø̜tǝl (Helden, ... ), reŋsljętǝl (Eigenbilzen), reŋslȳtǝl (Weert), reŋslø̜tǝl (Heijen, ... ), reŋšlø̜tǝl (Reuver), ręŋksliǝtǝl (Bilzen) II-11
ringsleuter ringsleutel:   ręŋksløtǝr (Jeuk) II-11
ringspelen hoepelen:   ring spelen (Koersel), ring spîle (Genk) III-3-2