e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

Gevonden: 1539
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buizerd buizerd: būzerd (Castenray) buizerd III-4-1
bunzing ulk: ulk (Castenray) bunzing III-4-2
busbrood busbrood: busbroeëd (Castenray), potweg: potweg (Castenray) brood dat in een blik is gebakken || brood wat in een pot of een ketel gebakken werd III-2-3
cacao cacao: kekaow (Castenray, ... ) cacao || chocoladepoeder III-2-3
canadapopulier canadas: canadese populier  kánnadas (Castenray) populier, soort III-4-3
canapé, sofa canapè: kánnepeej (Castenray) canapé III-2-1
castreren snijden: snēi̯ǝ (Castenray) Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
cementmortel metselspijs: mɛtsǝl[spijs] (Castenray) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
centrale verwarming verwarming: verwaerming (Castenray) verwarming III-2-1
cervelaatworst knippelworst: knippelwaorst (Castenray), knuppelworst: knuppelwaorst (Castenray), metworst: metwaorst (Castenray) droogworst || droogworst, hangend aan een knuppel aan de vliering/zoldering || harde droogworst III-2-3