e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

Gevonden: 1539
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boon, algemeen boon: boeën (Castenray) boon I-7
boos nut: cf. Weijnen Etymologisch Dialectwoordenboek p. 137 s.v. "nut"= lelijk, slecht, boos (n.Limb.)  nut (Castenray) boos III-1-4
borrel drupje: Genne koffie en dröpke tegeliek: geen twee dingen tegelijk doen  dröpke (Castenray), halfje, een -: Meug ik nog een helfke?  helfke (Castenray) borreltje || halfje (borreltje) III-2-3
borstel borstel: baors(t)el (Castenray), bors(t)el (Castenray), kwast: kwâst (Castenray), wasser: wesser (Castenray) borstel || soort borstel om de gootsteen schoon te maken, bestaande uit een bijeen gebonden bosje berkentakjes III-2-1
boter botter: botǝr (Castenray) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: enne ángekleejden bòttrám: een belegde boterham Ennen bóttrám mit tevreejenheid Groeëte bòttrámme klaen kunne make: een grote mond hebben maar niks presteren  bòttrám (Castenray) boterham III-2-3
boterham (kinderwoord) bam: bám (Castenray) kinderwoord voor een boterham III-2-3
boterham met vet smoutboterham: smâltbòtterhám (Castenray) brood met alleen wat vet als beleg III-2-3
boterham van wit en zwart brood boxmeerse boterham: bòksmérsen bòttrám (Castenray) twee gesneden witbrood met één snee roggebrood er tussen en beleg III-2-3
boterhamworst boterhammenworst: bòttrámmewaorst (Castenray) boterhamworst III-2-3