e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P048p plaats=Halen

Overzicht

Gevonden: 2814
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomen zomen: zȳmǝ (Halen) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): peͅləren (Halen), peͅlərən (Halen) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zoͅmərkliərə (Halen), zoͅumərklijərə (Halen) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: soͅndagsə kliərə (Halen), soͅndaxsə klijərə (Halen) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort `s zondagse voorschoot: soͅndaXsə vərsXuwət (Halen) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3
zool zool: zool (Halen) Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] I-9
zool van een schoen zool: zoͅul (Halen) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoolbeslag stuk caoutchouc: styk katšu (Halen), stuk leer: styk lijǝr (Halen) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zoom zoom: zȳm (Halen) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoutpot zoutpot: m. mv. p#t\\  zātpoͅt (Halen) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1