e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288p plaats=Nederweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijden wijden: wieje (Nederweert) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wīēn (Nederweert, ... ), Wiênglaas  wiên (Nederweert) wijn [RND], [SGV (1914)] III-2-3
wijngaard wingerd: wingert (Nederweert) wijngaard I-7
wijnstok, wingerd druif: droef (Nederweert), (meerv. = dr؉r\\)  drŏĕf (Nederweert), druivenhengel: droêvenhîngel (Nederweert), druivenwingerd: droevewingerd (Nederweert, ... ) [SGV (1914)]druif || Hoe noemt u de druif in het algemeen (uitspraak) [N 72 (1975)] || wijnstok || wingerd [SGV (1914)] I-7
wijs wijs: wiês (Nederweert) wijs III-1-4
wijsvinger wijsvinger: wiēsvinger (Nederweert), wīēsvinger (Nederweert) wijsvinger [N 10 (1961)] III-1-1
wilde eend eend: aentj (Nederweert, ... ), wilde eend: wilj aentj (Nederweert) eend || eend, wilde — || eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)] III-4-1
wilde gans een wilde: wiljtj (Nederweert), gans: gaos (Nederweert), wilde gans: wilj gaoze (Nederweert), wultj gaos (Nederweert) gans || gans, wilde — || gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] || wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1
wilde roos (hondsroos, enz.) rozenstruik: -  roeëzestroêk (Nederweert) rozebottelstruik (Rosa rubiginosa) [DC 69 (1994)] III-4-3
wilde wingerd wingerd: -  wîngert (Nederweert) wilde wingerd [DC 68 (1993)] III-4-3