26520 |
zakhaak |
zakhaakje:
zakhø̜̜̄̄kskǝ (Q020p Sittard)
|
IJzeren haakje waarmee de te vullen meelzak wordt opengehouden. Om de zak op te hangen kunnen twee systemen gebruikt worden: a) de zak wordt met vier haakjes rondom de meelpijp bevestigd; b) de zak wordt aan één kant van de pijp aan twee haakjes vastgemaakt, terwijl hij aan de andere kant wordt opengehouden door een derde haakje dat verbonden is met een koord dat over een katrolletje loopt en waaraan een zakje zand of een ander tegengewicht hangt. Dit systeem heeft het voordeel dat de molenaar de kwaliteit van het meel tijdens het malen al kan controleren. In l 265 werd op deze wijze gewerkt. Zie ook afb. 83 en 84. De kram uit Q 77 was een stuk ijzer in de vorm van een hoek van 90ű, dat in het hout werd geslagen en waarin de zak kon worden gehangen. [N O, 24f; Vds 166; Jan 169; Coe 154; Grof 184]
II-3
|
18234 |
zakhorloge |
raap:
ruib (Q020p Sittard),
tassenuur:
tësjeoer (Q020p Sittard)
|
horloge || uurwerk dat men aan een ketting in het vestzakje of de broekzak draagt [knol, raap] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
26492 |
zakkenbank |
kist:
kest (Q020p Sittard)
|
De houten bank of kist bij het kaar waarop de zakken graan gereed gezet worden. [N O, 21a]
II-3
|
19610 |
zaklamp |
pitslamp:
pitsjlamp (Q020p Sittard)
|
zaklantaarn
III-2-1
|
23226 |
zalig |
zalig:
zeelig (Q020p Sittard)
|
zalig [SGV (1914)]
III-3-3
|
19436 |
zand strooien |
strooien:
sjtruije (Q020p Sittard)
|
Het strooien van wit zand op de vloer (strooien, strooiselen, opzanden) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
33678 |
zand, zandgrond |
zand:
zanjtj (Q020p Sittard),
zānjtj (Q020p Sittard)
|
Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.]
I-8
|
29682 |
zandbak |
zandbak:
zantj˱bak (Q020p Sittard)
|
Bak waarin een voorraad zand voor het zanden van de vormen werd opgeslagen. [N 98, 81; monogr.]
II-8
|
24967 |
zandbank |
bank:
bànk (Q020p Sittard),
zandbank:
zandjbank (Q020p Sittard)
|
zandbank, hoger gelegen deel van zand in een rivier of meer [bank, zandskel, zandbplaat, visplaat] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
29684 |
zandbergplaats |
zandplaats:
zantjplāts (Q020p Sittard)
|
[monogr.]
II-8
|