21403 |
zaniken, zeuren |
ouwmemmen:
auw mémme (Q020p Sittard),
zaniken:
zanike (Q020p Sittard),
zeuren:
zeure (Q020p Sittard),
zeveraar (zn.):
zeiveraer (Q020p Sittard),
zeveren:
zeivere (Q020p Sittard)
|
langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)] || zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)]
III-3-1
|
24938 |
zavel, lichte klei |
klei:
klèèj (Q020p Sittard),
lss:
lösj (Q020p Sittard),
zavel:
zauwel (Q020p Sittard)
|
zand met klei, beekbezinking [zavel] [N 81 (1980)] || zand met kwarts, gele, bruine of grijze aarde [zavel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20164 |
zedelijk slecht meisje |
lellebel:
lellebel (Q020p Sittard)
|
een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23614 |
zedenpreek |
preek:
prèèk (Q020p Sittard)
|
Een zedenpreek, vermanende zedenles, sermoen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18972 |
zedig |
zedig:
zedig (Q020p Sittard)
|
zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19560 |
zeef |
zeef:
zeef (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
zēēf (Q020p Sittard),
ne Kop, wie ?n zeef: erg vergeetachtig mens
zeef (Q020p Sittard),
zij:
zie (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
zeef [SGV (1914)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)]
III-2-1
|
30031 |
zeef in de kalkbak |
rooster:
rø̄stǝr (Q020p Sittard)
|
Het rooster of de zeef in de kalkbak waarmee ongebluste deeltjes in de kalk kunnen worden opgevangen. [N 30, 32d]
II-9
|
33225 |
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen |
zeef:
zēf (Q020p Sittard)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d]
I-5
|
33590 |
zeekool |
splijtkool:
sjpleetkööl (Q020p Sittard),
ideosyncr.
sjpeetkeul (Q020p Sittard)
|
De overblijvende plan met dikke knoestige wortelstok en talrijke uitlopers waaruit hier en daar stengels opstijgen; de bladen geven een zeer vroege, smakelijke groente waarmee men ze in het voorjaar tegen de invloed van het licht beschermt; zeekool (oudew [N 82 (1981)] || splijtkool
I-7
|
24400 |
zeelt |
louw:
tinca tinca
loe (Q020p Sittard)
|
zeelt (vis)
III-4-2
|